Tekst Menno Groenewegen

Bij veel grote zaken speelt vingersporenonderzoek een rol. Bij de Jumbo bommenlegger en de schietpartij in een winkelcentrum in Alphen aan den Rijn. Maar ook bij een gewapende overval op een geldtransportauto midden op de snelweg, waarbij een stuk van de vangrail bij het NFI is aangeleverd om te onderzoeken. “Wat we doen is geen kunstje, het is een vak. Alle mensen die we in de drie teams beschikbaar hebben zijn specialist op hun gebied,” vertelt vingersporendeskundige Linda Koomen.

Het NFI en de politie werken samen aan een veiliger samenleving. Maar dat leidt in de praktijk niet vanzelf tot een soepele en goede samenwerking. “De politieorganisatie is erg aan het veranderen. Bij de tien eenheden in het land zijn vooronderzoekruimtes ingericht waar ze sporenonderzoek doen naar DNA, verdovende middelen en vingersporen.” Daarvoor zijn veel nieuwe medewerkers aangenomen. Het aantal mensen dat bezig is met vingersporenonderzoek in Nederland is sterk gegroeid de laatste jaren.

Linda Koomen en Jeroen Kroos

Win-win

“Van politieonderzoekers krijgen we regelmatig de vraag of ze bij ons langs kunnen komen om te kijken hoe wij het vingersporenonderzoek doen, welke technieken we inzetten. Deze, vaak nieuwe  politieonderzoekers, missen soms de ervaring om net op die ene manier toch nog een doorslaggevend vingerspoor te vinden. Daarop hebben we bedacht dat het goed zou zijn om de onderzoekers per politie-eenheid uit te nodigen.” Deze bezoeken helpen de politieonderzoekers in hun werk omdat ze meer kennis opdoen en meer inzicht krijgen in het onderzoeksproces. Tegelijkertijd helpt het de onderzoekers bij het NFI omdat er minder sporen binnenkomen die door het vooronderzoek beschadigd zijn.

"We kunnen kleureninformatie naar voren halen en het spoor helemaal blootleggen"

Inmiddels zijn de sporenonderzoekers van vijf politie-eenheden bij het NFI op werkbezoek geweest. “We werken met drie gespecialiseerde disciplines bij vingersporen: visualiseren, fotograferen en vergelijken. Om een goed beeld te geven van hoe wij precies werken, nemen we ze graag een dag mee in onze werkzaamheden. Een ander belangrijk effect daarvan is dat de samenwerking daarna ook beter gaat.”

Spoor goed blootleggen

“We zijn heel enthousiast over deze werkbezoeken en de politie ook volgens mij”, vult Jeroen Kroos aan. Als één van de drie fotografen in het team Vingersporen fotografeert Kroos alle vingersporen die gevonden worden. “Wij maken niet alleen een foto, maar bewerken deze daarna nog in Photoshop, zodat de je de lijnen in het vingerspoor nog veel beter kunt zien. We kunnen kiezen welke kleureninformatie we naar voren halen en op die manier het spoor helemaal blootleggen. Dat is noodzakelijk om de vinger- of handafdrukken daarna goed te kunnen vergelijken. Dit vergelijken kan de politie zelf of gebeurt door onze collega’s van WOVI (Wetenschappelijke Onderbouwing Vingersporen Individualisatie) bij het NFI.”

Kroos fotografeert een SVO bij forensisch licht

Door de inzet van specialisten bij elk onderdeel van het vingersporenonderzoek, is het vaak mogelijk om op erg lastig sporenmateriaal toch nog vingersporen of handafdrukken zichtbaar te maken. “Eerst bekijken we het sporenmateriaal met lichtbronnen om te zien of er vingersporen op zitten. Die fotograferen we voordat mijn collega’s met chemische behandelingen verder gaan zoeken naar vingersporen of handafdrukken. Bij het inzetten van die lichtbronnen moet je overigens wel goed blijven nadenken. Zo kun je door het gebruik van UV-licht bijvoorbeeld DNA-sporen aantasten”, legt Kroos uit.

Aanrader voor alle politie-eenheden

Raoul de Graaff van de politie-eenheid Noord-Holland, deelt het enthousiasme over de werkbezoeken met Kroos. “Ondanks dat ik al negen jaar in het vak zit, vond ik het écht heel leuk en leerzaam om eens bij het NFI mee te lopen. Met als belangrijk bijeffect, dat we elkaar ook beter hebben leren kennen. Dan pak je toch eerder de telefoon om met elkaar te bespreken hoe je iets zou kunnen onderzoeken. Of om dingen uit te praten, mocht er een keer iets zijn.”

"Écht heel leuk en leerzaam om eens bij het NFI mee te lopen"

Twee jaar geleden is de eenheid van De Graaff gestart met DNA vooronderzoek op de vooronderzoek locatie in Noord-Holland. En ze zijn nu het vingersporenonderzoek aan het implementeren. “Het kwam dus heel goed uit dat we bij de collega’s bij het NFI konden meekijken in hun keuken. Ze hebben ons verteld hoe zij ooit begonnen zijn en hebben de technieken laten zien die ze gebruiken. ”Al met al een aanrader voor forensische onderzoekers bij alle politie-eenheden", vind De Graaff. “We hebben een hoop gehoord en gezien dat voor ons écht de moeite waard is. En het is ook gewoon leuk om eens bij het NFI binnen te kunnen kijken. Daar kom je toch niet elke dag.“

Raoul de Graaff (politie-eenheid Noord-Holland) onderzoekt een plaats delict op forensische sporen

Zorgvuldige afwegingen vervolgonderzoek

Voor bijna alle zaken die binnenkomen voor vingersporenonderzoek, vraagt de politie of het OM ook onderzoeken aan bij andere deskundigheidsgebieden bij het NFI. Vaak gaat het om onderzoek naar DNA, maar het kan ook gaan om onderzoek aan telefoons, computers, wapens en munitie of drugs. Dat vraagt zorgvuldige afwegingen over in te zetten technieken, dit om een vervolgonderzoek niet te verstoren of zelfs onmogelijk te maken.

Koomen: “Vaak bekijken sporenonderzoekers van de verschillende deskundigheidsgebieden die we in huis hebben gezamenlijk wat de beste volgorde is van de onderzoeken. Dit om het meeste uit een spoor te kunnen halen en elkaar niet in de weg te zitten. Het is een groot voordeel dat bij het NFI veel verschillende deskundigen in één gebouw bij elkaar zitten. Als we bij een vingersporenonderzoek bijvoorbeeld vezels of glassplinters  vinden, kan binnen een paar minuten een deskundige op dat gebied bij ons in de onderzoeksruimte staan.”

Koomen kijkt of vingersporen zichtbaar worden bij vacuüm metaal opdamping

Twaalf technieken

“Voor het dactyloscopisch onderzoek hebben we twaalf verschillende, geaccrediteerde technieken tot onze beschikking, waarmee we onzichtbare sporen zichtbaar kunnen maken. Voor elk spoor en voor elke ondergrond hebben we een globaal onderzoeksplan”, aldus de vingersporenonderzoeker. “Maar die kun je niet standaard aflopen. We kijken altijd eerst met twee deskundigen naar het object om samen vast te stellen welke onderzoeken nodig zijn. Een voorwerp dat nat geweest is onderzoek je anders dan iets wat droog is. En een wit oppervlak moet je anders behandelen dan een donkere ondergrond om vingersporen zichtbaar te maken.”

"We kijken met twee deskundigen om vast te stellen welke onderzoeken nodig zijn"

“We hebben een keer een karaf binnengekregen die de politie op de plaats delict al had gepoederd op zoek naar sporen en vervolgens in hun vooronderzoekslab al hadden bewerkt met bepaalde chemicaliën om te kijken welke sporen ze zichtbaar konden maken.” Toen het binnen kwam, is gekeken welke technieken al waren gebruikt om te kunnen bepalen welke bij het NFI mogelijk nog ingezet konden worden.

“De chemische behandeling door de politie had wel duidelijk gemaakt waar het spoor zat. Maar het was alleen een waas, geen duidelijk leesbaar spoor. Met behulp van specifieke chemicaliën zijn we erin geslaagd om de lijnen van het vingerspoor uit die waas naar voren te halen”, vertelt Koomen. “Nadat deze door de fotografen nog verder waren verbeterd, is de leesbare afdruk naar onze collega’s van WOVI gegaan die een vergelijking hebben gemaakt waardoor een verdachte in beeld is gekomen.”

Winst voor beide partijen

Het luistert dus heel nauw. Als een object met de verkeerde chemicaliën is bewerkt, gaan sporen verloren. "Door deze werkbezoeken krijgen de politieonderzoekers zicht op de technieken en behandelingen die we toepassen. En ze krijgen goed inzicht in wat ze zelf al kunnen doen of waarvoor ze beter onze hulp kunnen inschakelen. Dat contact is er nu regelmatig en dat is winst voor beide partijen”, aldus Koomen.