Planten, dieren en bacteriën kunnen verraden wie mogelijk de dader is van een misdrijf. Het NFI onderzoekt de zogeheten niet-humane biologische sporen om te achterhalen of er een verband is tussen bijvoorbeeld personen, voertuigen en locaties. Zo kan de aarde of plantenresten onder een schoen gelinkt worden aan een bepaalde locatie waar een misdrijf is gepleegd. Ook kan het helpen bij het reconstrueren van vluchtroutes of het aantonen dat iemand handelt in verboden planten en dieren.
Dit soort sporen hebben bijvoorbeeld een rol gespeeld in de zaak waarbij de 14-jarige Savannah dood in een sloot werd gevonden bij een industrieterrein in Bunschoten-Spakenburg.
Op 4 juni 2017 werd het levenloze lichaam van Savannah gevonden door een voorbijganger. Savannah had waterplanten uit de sloot in haar handen vastgeklemd. De niet-humane biologische sporen bij zowel de verdachte als het slachtoffer kunnen wijzen op een worsteling in het water. Op de kleding van de verdachte werden algen en een zoetwaterslakje aangetroffen die pasten bij de betreffende sloot.
Zie hieronder dit onderzoeksgebied in beeld.