Tekst Ruben Murk

Ze staan erbij en kijken er naar. Sterker nog, met een mobieltje filmen enkele NFI’ers hoe een inbreker ongestoord zijn gang kan gaan en inbreekt in het huis van collega’s. “Het heeft ons nieuwe inzichten gegeven hoe inbrekers te werk gaan”, stellen onderzoekers Paul van den Hoven en Matthijs Zuidberg van het Nederlands Forensisch Instituut.

Maar wat hij niet weet, is dat zijn gereedschap is ingesmeerd met een speciale crème. Geurloos en kleurloos.

De inbreker is in no-time binnen. Hij heeft zijn eigen gereedschap meegenomen; een koevoet, een baco en twee schroevendraaiers. Daarvan blijkt hij alleen de schroevendraaiers nodig te hebben om snel binnen te komen. Verder gebruikt hij vooral wat hij tegenkomt in de tuin. Een huishoudtrapje uit de berging om bij het bovenste raampje te komen en een bezemsteel om de hendels van het raam mee te openen.

Gelegenheidsinbreker

De bewuste inbreker heet Evert Jansen. Jarenlang brak hij in. Een gelegenheidsinbreker zoals hij zelf omschrijft. Hij ging op inbrekerspad als hij weer eens geld nodig had om drugs te kunnen kopen. Meerdere keren liep hij tegen de lamp en zat hij vast. Tegenwoordig is hij op het rechte pad en geeft hij namens de Stichting Veiligheid en Preventie voorlichting.

Uiteraard weet Jansen dat de NFI’ers hem ‘in de gaten houden’ tijdens de ‘inbraak’. Het is allemaal onderdeel van een experiment, waarvoor Jansen speciaal is uitgenodigd. Maar wat hij niet weet, is dat zijn gereedschap is ingesmeerd met een speciale crème. Geurloos en kleurloos. En die crème vertelt de onderzoekers van het NFI precies waar Jansen is geweest en welke handelingen hij heeft verricht.

Wat vertelt een spoor nog meer?

“Dit experiment sluit exact aan bij de ontwikkelingen binnen het NFI. We kijken steeds nadrukkelijker naar activiteitniveau. Dus niet alleen van wie een spoor is, maar wat dat spoor ons kan vertellen over wat er is gebeurd”, legt Van den Hoven uit. Daarnaast werd dit experiment uitgevoerd om te kijken waar Jansen de crème tijdens de inbraak allemaal achterliet.

“Stel”, steekt Zuidberg van wal. “De politie weet dat een groep een inbraak wil plegen. In deze situatie wil je de verdachten volgen. Een probleem is vaak dat verdachten altijd wel een keer kortstondig uit beeld raken.” Daarvoor ontwikkelde het NFI een overdraagbare en onzichtbare crème. Exact de crème waarmee het gereedschap van Jansen werd ingesmeerd.

"We kijken steeds nadrukkelijker naar activiteitniveau. Dus niet alleen van wie een spoor is, maar wat dat spoor ons kan vertellen over wat er is gebeurd.”

Proef levert waardevolle informatie op

De proef met Jansen heeft uiteraard geen heel uitgebreide dataset opgeleverd. Maar het bevestigt wel een aantal zaken uit experimenten die we eerder hebben uitgevoerd met het aanbrengen van de crème. “Daarin hebben we onder meer getest met het aanbrengen van de crème op verschillende ondergronden.”

De politie doet inmiddels enkele aanvragen per maand, maar volgens Van den Hoven en  Zuidberg heeft het NFI ruimte om de politie vaker hiermee te bedienen. “We kunnen hiermee echt maatwerk leveren. We houden een intake en bespreken met de politie wat hun wensen zijn. De ervaringen met de methode zijn positief. Dat is wat we van de politie te horen krijgen.”