Versmolten kledingvezels kunnen belangrijke stille getuigen zijn van een verkeersongeval. Bijvoorbeeld wie achter het stuur zat tijdens een frontale botsing.

Het slachtoffer in de Peugeot vertelt dat de tegenligger op zijn weghelft reed. Hij wordt in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht en overlijdt later.

Politievakblad Blauw legde vezelonderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut uit aan de hand van een reconstructie. @NFI belicht op basis daarvan de belangrijkste momenten uit de zaak.

Het is zondagavond 11 januari 2015 rond 23.30 uur als bij de meldkamer in Eindhoven een melding binnenkomt van een zwaar ongeval in Nuenen. Twee auto’s zijn vermoedelijk frontaal op elkaar gebotst. Het gaat om een Peugeot 206 met een 83-jarige bestuurder en een Renault Laguna van een 44-jarige eigenaar. Het slachtoffer in de Peugeot vertelt dat de tegenligger op zijn weghelft reed. Hij wordt in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht en overlijdt later.

Wie is de bestuurder?

Een blaastest wijst uit dat de eigenaar van de andere auto te veel heeft gedronken. Hij verklaart dat niet hij, maar een andere man zijn auto bestuurde. Het Openbaar Ministerie twijfelt aan die lezing: getuigen hebben het over één inzittende en de eigenaar weet niets te vertellen over de vermeende bestuurder. De man wordt aangehouden en zijn auto en kleren worden in beslag genomen.

De politie onderzoekt of sporen in de auto iets kunnen zeggen over de bestuurder tijdens het ongeval. Op de airbag aan de passagierskant wordt DNA-houdend materiaal gevonden, maar dat levert geen eenduidig DNA-profiel op. Bovendien is de verdachte aan die zijde uit de auto gehaald en is hij waarschijnlijk door de botsing door de auto gerold, waardoor zijn DNA overal kan zitten.

Kledingvezels

Dat geldt ook voor kledingvezels van de verdachte die worden gevonden. De politie vraagt bij het NFI of het mogelijk is om onderzoek te doen naar versmelting van kleidingvezels met het kunststof van het dashboard. Als zo’n versmelting aan de bestuurderskant zit, zou dat kunnen betekenen dat de verdachte daar tegen het dashboard is geklapt.

De versmeltingen worden op twee plekken in de auto gevonden. Aan de bestuurderskant een versmelting met vezels uit een spijkerbroek en rechts op het dashboard een versmelting met vezels van een colbert. Bij dergelijke onderzoeken worden sinds enige tijd altijd verkeersongevallendeskundigen betrokken. Zij stellen vast dat het mogelijk is dat als de verdachte geen gordel droeg, hij tijdens het ongeval van links naar rechts door de auto kan zijn geslingerd.

"Als het klopt dat de verdachte ten tijde van het ongeval op de bestuurdersstoel zat, dan kan ik eigenlijk alles wat ik heb gezien goed verklaren."

Ingewikkelde kwestie

Toch blijft het ingewikkelde kwestie, stelt wetenschappelijk onderzoeker textiel Jaap van der Weerd in Blauw. “Spijkerbroekvezels van verschillende broeken zijn niet goed van elkaar te onderscheiden. Dus als het verhaal van de verdachte klopte, dat iemand anders de auto bestuurde, dan is er een gerede kans dat die ander de plek op het dashboard had achtergelaten”, aldus de NFI-wetenschapper.

Maar Van der Weerd vindt meer bewijs. “Op de broek van de verdachte zat ook plastic van het dashboard, dat ermee versmolten was. Dat was een flinke hoeveelheid. Als je dat vindt, verwacht je ook een beschadiging te vinden in het plastic van de auto. Aan de bestuurderskant vonden we zo’n beschadiging. En niet aan de passagierskant. Daar vonden wij geen enkele plek die materiaal overgedragen kon hebben naar die broek.”

De forensisch onderzoeker concludeert dan ook: “Als het klopt dat de verdachte ten tijde van het ongeval op de bestuurdersstoel zat, dan kan ik eigenlijk alles wat ik heb gezien goed verklaren. Als hij niet op die stoel zat, kan ik het plastic op zijn broek en de vezels aan de bestuurders kan niet goed verklaren.”

De rechter gelooft uiteindelijk ook niet dat de verdachte aan de passagierskant zat. Hij veroordeelt de man tot een celstraf van twee jaar en een rijontzegging van vijf jaar.

Bron: politievakblad Blauw