Tekst Ruben Murk
Hard. Zo noemde waarnemend algemeen directeur Thieu Coffeng de conclusies in het rapport naar de organisatie- en managementcultuur bij het NFI daags na de presentatie ervan. “Maar desondanks ga ik met een positief gevoel naar het werk. Ik zie namelijk genoeg aanknopingspunten om met elkaar aan de slag te gaan.”
Mei 2017 was een maand waarin het bij Nederlands Forensisch Instituut veel ging over de vraag: hoe nu verder? Aan het begin van deze bewogen maand werd een concrete veranderagenda gepresenteerd om een cultuuromslag te bewerkstelligen.
In opdracht van de algemeen directeur en de ondernemingsraad van het NFI werd in het afgelopen half jaar een uitgebreid onderzoek verricht naar de organisatie- en managementcultuur. De onderzoekers concluderen dat de cultuurproblemen breed binnen het NFI spelen en dat zij ernstig, stug en al van zeer lange duur zijn. De onderzoekers hebben aanbevelingen gedaan voor een totaalaanpak van de organisatie in een zogenoemde veranderagenda.
Samen werken aan gezondere organisatie
De minister van Veiligheid en Justitie, Stef Blok, wees er begin mei tevens op dat het onderzoek laat zien dat NFI-medewerkers onverminderd groot betrokken zijn bij hun werk en de organisatie. Er is een grote motivatie bij iedereen om met de uitkomsten van het onderzoek aan de slag te gaan en heerst er een breed gedeeld besef dat nu het moment voor verandering is. “Dat geeft mij vertrouwen dat de nodige cultuurverandering gerealiseerd kan worden.”
Coffeng ziet dat ook zo. “Ik ben, net als de onderzoekers en de minister, positief en hoopvol gestemd. We gaan hier weer het instituut van maken waar we trots op zijn en waar we allemaal graag willen werken.”
Positionering NFI
Op dinsdag 30 mei debatteerde de Tweede Kamer over het NFI en het rapport. Daarin liet Blok weten dat hij al vergevorderd is met het werven van een interim algemeen directeur. De minister hoopt deze op korte termijn te kunnen presenteren. Deze interimmer gaat direct aan de slag met de uitvoering van de veranderagenda en doet dit ook in wisselwerking met de ketenpartners en het ministerie van Veiligheid en Justitie.
In het Kamerdebat lichtte de minister een tipje van de sluier op hoe hij de positionering van het NFI ziet. Blok sprak de wens uit om forensisch onderzoek te laten uitvoeren door meerdere aanbieders om zo voor risicospreiding te zorgen binnen de hele strafrechtketen. Dat creëert mogelijk ruimte voor het NFI om kennisontwikkeling meer centraal te stellen en zich meer toe te leggen op de aspecten van forensisch onderzoek waarbij het NFI tot de top behoort.
Daarnaast wil de minister samen met de ketenpartners een heldere visie ontwikkelen over de toekomst van forensisch onderzoek in strafzaken de positionering van het NFI daarbinnen.