Tekst Eef Herregodts

Het grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek in de zaak Nicky Verstappen is gestart. Ruim 2.000 personen stonden afgelopen weekend hun DNA af. De eerste DNA-monsters zijn inmiddels binnen. Politie en Openbaar Ministerie (OM) hebben meer dan 21.500 mannen gevraagd vrijwillig DNA af te staan.

Het grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek is een ultieme poging om meer duidelijkheid te krijgen over wat er in 1998 met de toen 11-jarige Nicky gebeurde. Bijna twintig jaar geleden raakte de jongen, tijdens een zomerkamp op de Brunssummerheide, vermist. Een dag later werd hij dood teruggevonden.

Uitlegvideo DNA afnamestraat Nicky  Verstappen

Dossier Nicky Verstappen op Politie.nl

"De persoonsgegevens van de vrijwillige deelnemers zijn bij het NFI niet bekend"

Start vrijwillige DNA-afname

Op 23 mei 2017 kondigen politie en OM aan dat ze voorbereidingen treffen voor een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek. Inmiddels is de afname gestart.

Medewerkers van de politie nemen met behulp van een sponsje wangslijmvlies af bij de vrijwillige deelnemers. Het sponsje wordt onder de tong geplaatst en vervolgens langs de binnenkant van de wangen gehaald. Daarna drukt de politiemedewerker het sponsje op een roze plaatje, zodat het wangslijmvlies daarop wordt overgedragen. Daar waar het wangslijmvlies in contact komt met het plaatje, kleurt het plaatje wit. Het sponsje en het plaatje komen zorgvuldig verpakt naar het NFI.

Honderden monsters per dag

In het DNA-laboratorium wordt het DNA-profiel van de vrijwillige deelnemers bepaald. Dit gebeurt vrijwel volledig automatisch. De apparatuur verwerkt 90 DNA-monsters tegelijkertijd. Het NFI kan enkele honderden wangslijmvliesafnames per dag analyseren. Het NFI voert dit DNA-verwantschapsonderzoek volledig anoniem uit. De persoonsgegevens van de vrijwillige deelnemers zijn bij het NFI niet bekend.

Vernietiging DNA na afloop

Na afloop van het onderzoek worden het DNA-materiaal en de DNA-profielen vernietigd. Het is bij wet geregeld dat het NFI deze informatie niet mag bewaren en ook niet mag gebruiken in andere onderzoeken. Het is de verwachting van het NFI dat het uitvoeren van het grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek een half jaar tot een jaar gaat duren.

RNA Celtypering

Ontwikkeling forensisch DNA-onderzoek

Forensisch DNA-onderzoek ontgroeide einde vorige eeuw net de spreekwoordelijke kinderschoenen. Toentertijd was er bijvoorbeeld een bloedspoor ter grootte van een euromunt nodig om een bruikbaar DNA-profiel op te kunnen stellen, terwijl het tegenwoordig mogelijk is om uit enkele huidcellen een DNA-profiel te verkrijgen.

Het voortschrijden van de techniek maakt het mogelijk om steeds meer informatie uit steeds minder DNA-materiaal te halen. Dit is de reden dat nieuw DNA-onderzoek in cold cases met enige regelmaat voor een doorbraak zorgt. DNA-sporen die ten tijde van het delict onbruikbaar leken, kunnen nu goede resultaten opleveren.

Het is deze technische ontwikkeling die ervoor zorgt dat het NFI in de zomer van 2015 kan laten weten dat de veiliggestelde sporen in het onderzoek naar de dood van Nicky, geschikt zijn gemaakt voor identificatie van de donor.

"Tegenwoordig is het mogelijk om uit enkele huidcellen een DNA-profiel te verkrijgen"

DNA-verwantschapsonderzoek

Ieder mens krijgt de helft van zijn DNA van vader en de helft van moeder. Daardoor lijken DNA-profielen van familieleden meer op elkaar dan DNA-profielen van mensen die geen familie van elkaar zijn. Dit is de feitelijke basis voor DNA-verwantschapsonderzoek.

Het DNA-spoor dat bij Nicky is aangetroffen is van een man afkomstig. Mannen beschikken over Y-chromosomaal DNA. Dit DNA wordt onveranderd doorgegeven van vader op zoon. Hierdoor blijft dit DNA in de mannelijke familielijn vele generaties lang hetzelfde.

Het Y-chromosomale DNA-profiel van de vrijwillige deelnemers wordt vergeleken met dat van de aangetroffen sporen. Het vergelijken van die profielen noemen we DNA-verwantschapsonderzoek.

De DNA-deskundigen van het NFI onderzoeken of een van de vrijwillige deelnemers mogelijk een (ver) familielid is van de persoon die zijn DNA op de plek van het misdrijf achterliet. Indien dit het geval is, wordt dit doorgegeven aan politie en OM. Aanvullend onderzoek is vervolgens nodig om te achterhalen om welk familielid het gaat.

Eerdere succesvolle onderzoeken

Twee keer eerder werd in Nederland een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek uitgevoerd. In de zaken Marianne Vaatstra en Milica van Doorn bracht grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek een verdachte in beeld.

In de zaak Vaatstra is deze verdachte inmiddels veroordeeld. De verdachte van de moord op Milica van Doorn stond onlangs voor het eerst voor de rechter. Door een wetswijziging in 2012 werd DNA-verwantschapsonderzoek in strafzaken mogelijk.