Tekst Meike Willebrands
Foto Meike Willebrands/NFI

Twee op gruwelijke wijze vermoorde drugsverslaafde prostituees, als afval gedumpt. Eén nog altijd vermiste vrouw die zeer vermoedelijk om het leven is gebracht. Nieuwe DNA-technieken van het NFI linken deze drie zaken aan één persoon: huisschilder Sjonny W. (46). DNA-deskundige Patrick Dieltjes (49) blikt terug op een volgens hem bizarre zaak.

Prostituee Monique Roossien wordt in 2003 dood gevonden in Amsterdam-Noord. Als oud vuil ligt ze daar, naakt en zwaar toegetakeld. In 2004 doet een medewerker van de milieudienst in Amsterdam Zuid-Oost een schokkende ontdekking: in vuilniszakken zitten de lichaamsdelen van de Roemeense prostituee Mirela Mos, gedumpt in een bosperceel. Lange tijd is onbekend wie er achter deze brute misdaden zit, de zaken belanden als cold cases op de plank. Door nieuwe technieken komen de zaken in 2016 bij het NFI alsnog in een stroomversnelling. DNA-deskundige Patrick Dieltjes krijgt de zaak Mos dan op zijn bordje.

“De sporenonderzoekers op het lab hebben met slimme technieken de knoop terug weten te vouwen”

Op de plank

In 2004 doet de politie al uitgebreid onderzoek naar de verdwijning van Mirela Mos. Sjonny W. komt dan al in beeld, maar enkel als getuige. Hij verklaart dat hij de nacht van 6 op 7 november samen met haar heeft doorgebracht en dat ze seks hebben gehad. De volgende dag is Mos vertrokken en ziet hij haar volgens zijn verklaring niet meer terug. Nadat haar gehavende lichaam in de vuilniszakken is ontdekt, doet het NFI onderzoek aan een spermaspoor dat bij het slachtoffer is gevonden. Het spoor komt overeen met Sjonny W. Maar omdat hij zelf al over seks met het slachtoffer had verklaard, is dat niet vreemd. In die tijd is ook een haar onderzocht die is gevonden op een vuilniszak. Helaas levert het DNA-profiel geen match op met de databank. Ook onderzoek aan de knoop in de vuilniszak levert niets op.

Totdat Dieltjes in 2016 met nieuwe technieken opnieuw sporenonderzoek doet aan de knopen waarmee de vuilniszakken met de lichaamsdelen waren dichtgeknoopt. In 2004 waren de methodes daarvoor niet gevoelig genoeg. “Voor het vingersporenonderzoek aan de vuilniszakken waren de knopen in 2004 al uit elkaar gehaald. Ik kreeg dus een plat, afgesneden stuk van een vuilniszak”, vertelt de deskundige. Samen met de medewerkers op het lab heeft hij gekeken hoe ze toch het juiste stuk van de plastic zak konden bemonsteren. “De sporenonderzoekers op het lab hebben met slimme technieken de knoop terug weten te vouwen naar zijn originele vorm en dat gebied vervolgens heel gericht bemonsterd. Dit keer levert dat wél een DNA-profiel op.”

De sporenonderzoekers op het lab hebben met slimme technieken de knoop in de vuilniszak terug weten te vouwen

DNA-mengprofiel

Door de verbeterde methodes, heeft de deskundige na al die jaren een DNA-mengprofiel in handen. In het profiel zit DNA van het slachtoffer, dat is niet gek door het vele bloed op de vuilniszak, maar ook het profiel van Sjonny W. matcht ermee. Verder vindt Dieltjes in het mengprofiel DNA van minimaal één ander onbekend persoon. “Dat is niet zo vreemd. Een vuilniszak is geen DNA-vrij materiaal”, licht hij toe. “In de fabriek of de winkel is dat vaak al aangeraakt. Door de nieuwe, gevoelige technieken vinden we DNA al terug bij slechts één of twee cellen.” De deskundige is door de rechter-commissaris uitgebreid gehoord over de resultaten van dit specifieke DNA-mengprofiel. Voor het spermaspoor had de huisschilder een verklaring, maar die heeft hij niet voor het feit dat zijn DNA op de vuilniszak is gevonden waar het slachtoffer in zat.

De naam Sjonny W. belandt zo in Dieltjes’ rapport over het onderzoek aan de knoop. Zijn collega deskundige Yvonne van de Wal is degene die zijn bevindingen ‘schaduwt’(controleert). Een standaard kwaliteitscontrole van het NFI. Van de Wal, op dat moment zelf druk met het ‘prosmoorden project’ (moorden op prostituees in Nederland), haar oog valt tijdens het schaduwen op een naam die haar bekend voorkomt. Diezelfde dag heeft ze namelijk in haar eigen onderzoek een match in de databank met ene Sjonny W. De huisschilder matcht met het spermaspoor in haar zaak van de omgebrachte prostituee Monique Roossien. “Zo duikt de huisschilder in één dag in twee moordzaken op”, benadrukt Dieltjes.

“Door de nieuwe, gevoelige technieken vinden we DNA al terug bij slechts één of twee cellen”

Onderzoek aan auto

Het NFI krijgt daarop steeds meer aanvullende onderzoeksaanvragen binnen. Zo vraagt de politie om de auto van Mirella Mos te onderzoeken. Sjonny W. heeft immers een link met die auto omdat hij verklaart dat hij goed bevriend was met Mos. “Op een uitgesneden stuk van de bekleding van de achterbank vinden we gras en zand met wat bloed erop. Daar komt een DNA-profiel uit van een onbekende vrouw. Als ik dat profiel in de databank opneem, blijkt het te gaan om Monique Roossien. Zo hadden we ineens een match met het slachtoffer in de zaak van mijn collega op de achterbank van het slachtoffer in mijn zaak. Weer een bizarre ontwikkeling”, stelt Dieltjes. “De huisschilder is de enige vast te stellen link tussen beide vrouwen.” 

Opvallende fiets

In maart 2017 verdwijnt de verslaafde, kwetsbare vrouw Sabrina Oosterbeek spoorloos. In Opsporing Verzocht worden beelden getoond van haar opvallende fiets als ze haar appartement verlaat. Kort daarna meldt een getuige zich bij de politie. Hij herkent de fiets, die had hij gestolen omdat die niet op slot stond. Hij wijst de politie waar hij de fiets heeft meegenomen zodat rechercheurs de camerabeelden van de locatie kunnen bekijken. Opnieuw is het Sjonny W. die -dit keer letterlijk- in beeld komt en de fiets neerzet.

De huisschilder wordt aangehouden in de vermissingszaak van Oosterbeek. Opmerkelijk is dat hij alle drie de vrouwen als laatste of als een van de laatsten levend heeft gezien. Bij de eerste twee slachtoffers is zijn sperma aangetroffen. Hoewel Oosterbeek nooit is gevonden, staat hij dus wel op beeld met haar fiets. “Hij geeft toe dat hij contact met haar had. Hij zegt dat ze voor drugs en geld bij hem kwam en dat ze seks hadden”, weet Dieltjes. Hoewel hij voor veel ‘toevalligheden’ een verklaring geeft, lijkt het net zich steeds meer rond deze verdachte te sluiten.

DNA-deskundige Patrick Dieltjes

De deskundige ziet vooral het DNA op de vuilniszak als een belangrijk spoor omdat Sjonny W. daar geen enkele link mee heeft. De verdachte heeft er zelf nooit opheldering over kunnen geven. Ook de rechtbank ziet dat zo. Op 5 augustus jl. wordt de huisschilder tot 14 jaar en 5 maanden celstraf en TBS met dwangverpleging veroordeeld voor alléén het ombrengen en verbergen van het lichaam van Mirela Mos uit 2004. De rechtbank ziet het DNA-spoor van W. dat Dieltjes van de vuilniszak wist te halen als ‘daderspoor’ en is cruciaal bewijs in de zaak. Sjonny W. wordt door onvoldoende bewijs echter vrijgesproken voor de doodslag op Monique Roossien en de verdwijning en vermoedelijke dood van Sabrina Oosterbeek.

25 jaar in het vak

Dieltjes is tevreden met de visie van de rechter op zijn forensisch onderzoek. Hij vindt het mooi en eervol om bij te dragen aan de oplossing van een oude zaak die zo veel jaren stil heeft gelegen. “Ik werk inmiddels 25 jaar als forensisch DNA-onderzoeker, dat kan niemand anders in Nederland zeggen. De laatste jaren is de techniek sterk vooruitgegaan. De rekenmethoden zijn geavanceerder, de DNA-analyse technieken gevoeliger. We staan niet stil en zijn altijd bezig zijn met het verbeteren van methodes die tot de oplossing van dit soort ernstige misdrijven leiden.”