Tekst Ruben Murk

Welke trends zien deskundigen momenteel in de Nederlandse drugsmarkt? Hoe kun je een indicatie krijgen voor de kleurloze vloeistof waarmee je te maken hebt? En welke onderzoeken kan het team Verdovende Middelen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) allemaal uitvoeren?

“Waarom is heroïne bruin?”, en “Wat is de gemiddelde dosering van een xtc-tablet in Nederland?” 

Het zijn vragen die de onderzoekers  van het team Verdovende Middelen voorbij zien komen en waar ze graag antwoord op geven. Niet geheel toevallig waren het onderwerpen die ook voorbij kwamen op de kennismakingsdag voor de Forensische Opsporing van de politie. 

FO-medewerkers van alle politie-eenheden kwamen eind januari langs voor deze FO-dag, die werd georganiseerd door het team Verdovende Middelen. “Normaal zien we alleen namen op de aanvragen staan. Nu leer je de mensen ook kennen. Dit is heel goed voor het onderlinge contact”, legt Sabine Nobbe, één van de organisatoren, uit.

Producten- en Dienstencatalogus

Het team Verdovende Middelen kreeg het afgelopen jaar met de nodige veranderingen te maken. Zo werkt het team nu met een geheel vernieuwde Producten- en Dienstencatalogus (PDC), waarmee de politie onderzoek kan aanvragen. “Uiteindelijk moet deze PDC ons werk en dat van de politie eenvoudiger maken. Tijdens de pilot met drie politie-eenheden kregen we meer vragen dan we hadden verwacht. Om duidelijk te maken welke onderzoeken we precies kunnen uitvoeren en hoe de politie hun aanvragen kan blijven doen, organiseerden we deze dag.”

Omdat de FO-dag vooral draaide om contactverbetering, informatievoorziening- en uitwisseling en kennismaking met het team Verdovende Middelen, begon de bijeenkomst met een kleine quiz van zeventien meerkeuzevragen. “Waarom is heroïne bruin?”, en “Wat is de gemiddelde dosering van een xtc-tablet in Nederland?” 

Vragen die misschien eenvoudig lijken, maar waarvan de antwoorden soms toch minder voor hand liggend zijn. “Heroïne is bruin vanwege de toevoeging van kleurstoffen en/of aanwezige verontreinigingen”, legt Nobbe uit. “De meesten hadden ongeveer de helft van de vragen goed.”

Workshops en presentaties

De rest van de dag stond vooral in het teken van workshops en presentaties. “Zo hebben onze deskundigen verteld over welke trends zij in de Nederlandse drugsmarkt zien. We houden een database bij van drugs die wij voorbij zien komen. Ook hebben we een presentatie gegeven over NFiDENT, apparatuur waarmee de politie zelf drugsanalyses kan doen en ging het over onze nieuwe PDC.”

De workshops gaven inzicht in het werk van de drugsdeskundigen van het NFI. “Bijvoorbeeld hoe je onder een microscoop hennep of hasjiesj kunt herkennen. En hoe het komt dat je met de zogenoemde Ruybal kleurentest de indicatie voor cocaïne kunt krijgen, maar dat bij nader onderzoek toch om een andere stof kan blijken te gaan. In de basis is dat heel simpel; meerdere stoffen – waaronder cocaïne – geven met deze test een blauwe verkleuring.”

"Dan zie je dat er bij het NFI ook nog ‘gewoon’ chemisch onderzoek gedaan wordt en dat het niet alleen maar moderne methodes zoals NFiDENT of kant en klare ampullen zijn.”

Reacties positief

De reacties op de dag waren positief. “Het was erg informatief. We hebben een inkijkje gekregen in het werk van het NFI”, zegt Peter Strookappe, forensisch laborant, van de politie Noord-Holland. “We hebben kennisgemaakt met de onderzoekers, gezien hoe het onderzoek in zijn werk gaat en hoe het hele proces er bij het NFI uitziet. Er zitten niet zo gek grote verschillen met het werk bij de politie, alleen gaat het onderzoek van het NFI net wat verder.”

Een dergelijke kennismakingsdag is wat Strookappe betreft voor herhaling vatbaar. “Je ontmoet ook collega’s van de politie. Deels ken je die mensen en deels niet. Wat ik het beste vond, naast de vele informatie, waren de workshops. Dan zie je dat er bij het NFI ook nog ‘gewoon’ chemisch onderzoek gedaan wordt en dat het niet alleen maar moderne methodes zoals NFiDENT of kant en klare ampullen zijn.”

Verdovende Middelen speelt  met het idee om een dergelijke kennismakingsdag ook voor andere ketenpartners te organiseren. “Bijvoorbeeld voor het Openbaar Ministerie of de rechtspraak. Maar omdat zij een andere taak hebben, moet je voor zo’n dag ook een ander programma in elkaar zetten.”