Tekst Ruben Murk

Geweldplegers die onder invloed zijn van alcohol en/of drugs kunnen sinds 1 januari 2017 zwaarder worden gestraft. Ze zijn dan ook wettelijk verplicht om  een alcohol- of drugstest te ondergaan. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzoekt op verzoek van de politie op basis van afgenomen bloedmonster of alcohol en/of drugs in het spel zijn.

In het uitgaansleven is 70 procent tot 80 procent van de geweldplegers onder invloed van alcohol.

Het is wetenschappelijk vastgesteld dat er een groter risico is op geweld als alcohol en/of bepaalde drugs zijn gebruikt. De politie nam de informatie over drank- en/of drugsgebruik niet altijd op in het proces-verbaal. Daardoor konden de officier van justitie en de rechter het middelengebruik niet meenemen in de eis of de uitspraak. Dankzij de wetswijziging kan het Openbaar Ministerie als te veel alcohol- en drugsgebruik is vastgesteld, een zwaardere straf eisen.

Agressief door alcohol en drugs?

Volgens onderzoek van het WODC heeft 26 procent tot 43 procent van het geweld in Nederland te maken met alcoholgebruik en 30 procent tot 50 procent van het geweld onder invloed leidt tot zwaar lichamelijk letsel. In het uitgaansleven is 70 procent tot 80 procent van de geweldplegers onder invloed van alcohol.

Het WODC stelt dat 3 procent van de geweldplegers onder invloed is van drugs en 3 tot 12 procent onder invloed van een combinatie van alcohol en drugs. In ongeveer een op de tien gevallen van uitgaansgeweld is drugs in het spel.

Bloedmonsters voor analyse naar het NFI

Er zijn allerlei geweldsmisdrijven waar alcohol of drugs in het spel kunnen zijn, schetst Sabrine Poldervaart. Zij is teammanager van het toxicologisch laboratorium van het NFI. “Je denkt dan al snel aan uitgaansgeweld, maar bijvoorbeeld ook aan hooligans die geweld gebruiken, of verdachten van dierenmishandeling of van huiselijk geweld”, vertelt Poldervaart.

Bij vermoedens van alcohol- of drugsgebruik kan de politie een blaastest (bij alcohol) of een speekseltest (bij drugs) afnemen. “Als deze wijzen op middelengebruik, komt er een vervolgonderzoek. Dat is een bloedonderzoek. Een verpleegkundige of arts moet dit afnemen. Het bloedmonster wordt vervolgens voor analyse naar ons gestuurd.”

"Je denkt dan al snel aan uitgaansgeweld, maar bijvoorbeeld ook aan hooligans die geweld gebruiken, of verdachten van dierenmishandeling of van huiselijk geweld.”

Analyse

Forensisch experts van het NFI testen het bloed op drie verschillende soorten drugs. “Je hebt het dan over cocaïne, amfetamine (speed) en metamfetamine (crystal meth). Dat zijn drugs waarvan bekend is dat ze tot agressief gedrag kunnen leiden”, aldus Poldervaart. “In de wet is opgenomen bij welke hoeveelheid drugs of alcohol in het bloed zwaarder mag worden gestraft. Wij stellen vast of de middelen zijn aangetroffen en welke waarde in het bloed is vastgesteld.”

De drugsanalyse van het bloed is een arbeidsintensief proces, waarbij weinig automatisering mogelijk is. “De verwachting is dat wij na de opstartperiode uiteindelijk op jaarbasis ongeveer 1400 van deze onderzoeken gaan uitvoeren.” De uitslagen van de onderzoeken worden opgenomen in de processen-verbaal die de politie opstelt en kan worden gebruikt in een eventuele strafzaak tegen een verdachte van geweldpleging. 

In het geval de politie vermoedt dat sprake is van overmatig alcoholgebruik, kan de politie zelf een ademanalyse doen die als bewijsmiddel kan dienen. Als de verdachte niet kan blazen – bijvoorbeeld omdat hij astmatisch is – kan de politie bloed afnemen dat het NFI in opdracht kan onderzoeken. Ook kan het NFI in opdracht van de verdachte contra-expertise uitvoeren.