Tekst Ruben Murk

Onbekende slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog of zeelieden die overboord slaan en waarvan de stoffelijke resten jaren later pas aanspoelen. De DNA-databank voor Vermiste Personen bestaat in april officieel tien jaar. Maar DNA-deskundige Carla van Dongen hield al langer DNA-profielen bij van onbekende doden.

"De roep om een databank voor vermiste personen werd in Nederland na de aanslagen in New York en de Tsunami steeds sterker.”

Van Dongen was nauw betrokken bij de oprichting van de databank. Ze vertelt hierover in het boek Kroongetuige DNA van DNA-deskundige Lex Meulenbroek en auteur Paul Poley. “Het idee een DNA-databank voor Vermiste Personen op te richten bestond eigenlijk al sinds 1997, toen de DNA-databank voor strafzaken een feit werd. Maar in de jaren zag men de noodzaak van een databank voor Vermiste Personen en onbekende doden nog niet zo in”, vertelt Van Dongen.

Dat veranderde na de aanslag op de Twin Towers in New York en de tsunami in de Indische Oceaan in 2004. “Toen waren er veel onbekende doden. De roep om een databank voor vermiste personen werd vanaf dat moment in Nederland steeds sterker”, aldus de DNA-deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). In 2005 leidt Van Dongen toenmalig minister Ben Bot rond bij hij het NFI. “Hij zag onmiddellijk de voordelen van zo’n databank. In 2007 was de DNA-databank voor Vermiste Personen een feit.”

“In 2001 ben ik al begonnen met het verzamelen van DNA-profielen van onbekende doden, in een eenvoudige Excelsheet. Ik had daardoor in 2007 al vier- tot vijfhonderd profielen verzameld."

Onbekende doden in een Excelsheet

Van Dongen werkt sinds 2001 bij het NFI aan DNA-verwantschapsonderzoek. “In dat jaar ben ik al begonnen met het verzamelen van DNA-profielen van onbekende doden, in een eenvoudige Excelsheet. Ik had daardoor in 2007 al vier- tot vijfhonderd profielen van onbekende doden verzameld. Deze werden uiteindelijk allemaal ingevoerd in het computerprogramma dat speciaal voor de DNA-databank voor Vermiste Personen is ontwikkeld.”

In de databank zijn profielen opgenomen van in Nederland vermiste personen, verwanten van in Nederland vermiste personen en van stoffelijke overschotten of lijkdelen die in Nederland zijn gevonden.

Andere landen kunnen via Interpol een beroep doen op informatie uit de Nederlandse DNA-databank voor Vermiste Personen. Het NFI stuurt sinds 2011 alle DNA-profielen van vermiste personen of onbekende doden naar Interpol. Vorig jaar leverde dat voor het eerst een doorbraak in een zaak op. Het lichaam van een vermiste 54-jarige man uit Teuge, bleek in Slowakije teruggevonden.

Databank groeit nog steeds

Tien jaar na de oprichting groeit de databank nog steeds. Zo stonden eind 2016 in de DNA-databank voor Vermiste Personen in totaal 2461 DNA-profielen. Een jaar eerder waren dat er 2292. Vindt er een match in de databank plaats, dan worden de profielen daaruit in principe verwijderd. In 2016 zorgde de databank voor vijf identificaties waarbij eerder de identiteit van de dode nog onbekend was.