Bijna dertig jaar lang leverde een DNA-profiel van een spoor in een moordzaak uit de jaren ’90 geen enkel aanknopingspunt op voor het politieonderzoek. Totdat met de nieuwste technieken werd ingezoomd op het stukje DNA dat alleen van vader op zoon wordt overgedragen, het Y-chromosoom. Dit was het begin van een zoektocht naar familie van de mogelijke dader. Een zoektocht die deze week resulteerde in de aanhouding van een 58-jarige man uit Schiedam. Hij wordt verdacht van twee moorden.

“Dit onderzoek heeft me jarenlang bezig gehouden.”

Het cold case team van de politie-eenheid Rotterdam schakelde de hulp van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in om nieuwe onderzoeksmogelijkheden te verkennen. Alle betrokkenen bleven de afgelopen jaren vastberaden zoeken naar cruciale informatie. “Dit onderzoek heeft me jarenlang bezig gehouden”, vertelt DNA-deskundige Arnoud Kal. “Niet dat ik er steeds fulltime aan werkte, maar dit was een enorm complex en intensief onderzoek dat naast alle andere onderzoeken toch continu op de achtergrond bleef doorlopen.” Kal is coördinator van het team DNA-deskundigen en laboranten dat de afgelopen jaren veel inspanningen heeft verricht om de politie verder te helpen in hun onderzoek.

Beter DNA-profiel dankzij nieuwe technieken

“We hadden eerder al een DNA-profiel verkregen van een spoor dat in de jaren 90 door de politie was veiliggesteld op de plaats delict. Het DNA-onderzoek stond toen nog in de kinderschoenen vergeleken met nu. Het verkregen profiel was op dat moment dan ook niet geschikt voor opname in de DNA-databank voor strafzaken. In 2005 hebben we met sterk verbeterde technieken een beter DNA-profiel kunnen maken van het spoor zodat het profiel toen wel geschikt was voor opname in de databank. Helaas leverde dit toen nog geen match op. Elk nieuw DNA-profiel dat in de jaren daarna werd opgenomen, werd automatisch vergeleken met alle reeds aanwezige profielen in de databank.”

Nieuwe kansen met DNA-verwantschapsonderzoek

In 2012 trad de nieuwe DNA-wetgeving in werking die DNA-verwantschapsonderzoek mogelijk maakte. Hierdoor kon vanaf dat moment met het DNA-profiel van het spoor ook in de DNA-databank gezocht worden naar familieleden van de mogelijke dader. Maar ook dit onderzoek gaf niet het gewenste resultaat, er werd geen familielid gevonden.

Grensverleggend onderzoek

“Het DNA-profiel van het daderspoor bleek een kenmerk te bevatten dat in de Nederlandse bevolking zeldzaam is”, legt Kal uit. “Maar het kenmerk erft met 50% kans over van ouder op kind, het is binnen families dus niet zeldzaam”. Dit principe bracht Kal op het idee om het verwantschapsonderzoek uit te voeren met dit ene kenmerk van dit DNA-profiel. Het OM verleende hiervoor toestemming aan het NFI en de zoektocht in de DNA-databank voor strafzaken begon opnieuw. In de databank bleek dat 0,3% van de destijds opgeslagen profielen, oftewel circa 500 mannen, net als het spoor het zeldzame DNA-kenmerk hadden. Van deze 500 mannen werd een Y-chromosomaal DNA-profiel gemaakt.

Een zoektocht met een Y-chromosomaal profiel concentreert zich op het DNA dat onveranderd van vader op zoon wordt doorgegeven. Daardoor hebben ook verre verwanten zoals achterneven in mannelijke familielijn hetzelfde Y-chromosomale DNA-profiel. Bij dit onderzoek werd ook de expertise ingeroepen van DNA-experts Prof. De Knijff van de afdeling humane genetica van het LUMC en Prof. Decorte van UZ Leuven.

Van de 500 mannen bleef precies één man over. Zijn Y-chromosomale DNA-profiel matchte met het spoor en hij had ook het zeldzame kenmerk. Deze man was geen broer of kind van degene die werd gezocht maar waarschijnlijk een ver familielid van degene die het spoor had achtergelaten.

De politie en het NFI combineerden tactische, genealogische en genetische informatie en brachten zo bijna zes generaties van de stamboom van de vermoedelijke dader in kaart. Voorzover bij Kal bekend, is wereldwijd nog niet eerder een dergelijke zoektocht uitgevoerd dat begon met een zeldzaam DNA-kenmerk. De hamvraag wie binnen de familie de donor van het spoor was, werd echter nog altijd niet beantwoord.

Match met bijna 30 jaar oud DNA-profiel

Geheel onverwacht werd gedurende het onderzoek het DNA-profiel van een man in de DNA-databank opgenomen dat het ontbrekende puzzelstukje bleek. Dit maakte de familiestamboom compleet en de verdachte die hierdoor in beeld kwam, kon op dinsdag 4 april worden aangehouden.

De politie en het NFI combineerden tactische, genealogische en genetische informatie en brachten zo bijna zes generaties van de stamboom van de vermoedelijke dader in kaart.

Over verwantschapsonderzoek

Wanneer een persoon niet in de DNA-databank voor strafzaken zit, kan het Openbaar Ministerie er voor kiezen om DNA-verwantschapsonderzoek uit te laten voeren. Er wordt dan gezocht naar eerstegraads familieleden: ouders, kinderen, broers en zussen. Met Y-chromosomale DNA-profielen kan worden gezocht naar verre familieleden. Dit DNA-verwantschapsonderzoek is in ruim 30 zaken toegepast en heeft nu voor de derde keer een doorbraak opgeleverd.