Tekst Ruben Murk
Hoe stel je sporen veilig bij een incident waarbij mogelijk chemische, biologische, radiologische of nucleaire (CBRN) middelen zijn ingezet? Meer dan twintig Europese partijen buigen zich over deze vraag. “De volgende stap is dat we veel meer onderzoek op een plaats delict kunnen doen.”
Programmamanager CBRN Ed van Zalen werkt namens het NFI met meer dan twintig partijen aan een Europese standaard werkwijze voor forensisch onderzoek na een CBRN-incident. Dat project begon in september 2014 en loopt tot 30 november 2017. Het consortium werkt aan onder meer aan detectoren, onderzoeksmethoden en procedures voor onderzoek op een CBRN plaats delict. Maar bijvoorbeeld ook aan ontsmettingsmethoden die forensische sporen niet aantasten en methoden die om CBRN-strijdmiddelen te kunnen identificeren.
“Al deze ontwikkelingen komen samen in de toolbox die vanuit een centrale server onder andere de data van de detectieapparatuur opslaat en beheert en daarnaast werkwijzen en procedures aan de forensisch onderzoeker ter plaatse beschikbaar maakt”, legt Van Zalen uit.
Methodes lab naar de crime scene
Onlangs verscheen een magazine (CBRN Forensics) waarin het consortium zich voorstelt en uitlegt waarmee het bezig is. “Binnen het consortium bekijken we hoe we hoogwaardige methodes uit het lab kunnen inzetten op de crime scene. We kunnen heel veel leren van partijen buiten het forensische werkveld. Binnen het consortium werken we niet alleen samen met traditionele forensische onderzoeksinstituten, maar ook met kleine(re) commerciële bedrijven. Zo kunnen we innovatieve technologieën toepassen in de kleine wereld van het forensisch onderzoek naar CBRN-incidenten.”
Van Zalen stelt in CBRN Forensics dat het opleveren van de toolbox – met de naam GIFT (Generic Integrated Forensic Toolbox for CBRN incidents) – pas de eerste stap is. “Als we deze fase hebben afgerond gaan we op zoek naar nieuwe subsidie voor nieuwe innovaties.”
Europees CBRN-centrum
Europese landen moeten daarbij niet op eigen houtje opereren, maar elkaar juist opzoeken. “Mijn doel is dat we samen met andere landen blijven samen werken op het gebied van training en opleiding. Mijn droom is een Europees CBRN-centrum, waarin we alle kennis en technieken onder een dak samen brengen. Dat zou innovatie, training en onderwijs stimuleren, waarvan alle landen binnen de EU zouden profiteren.”
Filosoferend ziet Van Zalen mogelijkheden voor hulpdiensten die als eerste ter plaatse komen. “Ik hoop dat we uiteindelijk sensoren en detectoren kunnen ontwikkelen die de hulpdiensten meenemen op een plaats delict. De gegevens die dat oplevert, worden automatisch naar het forensisch team gestuurd dat het incident onderzoekt.” Maar, zo stelt Van Zalen eerlijk, “dat is wel een doel voor de langere termijn”.