Tekst Suzan Demirhan
Spannende boeken zijn verslavend. Letterlijk, zo beweren onderzoekers uit België. Dit zogenoemde pageturnereffect wordt veroorzaakt door stofjes die in je hersenen vrijkomen bij het lezen van een goed, maar vooral spannend boek. Misdaad en het (forensisch) onderzoek naar de dader vormen misschien wel de beste ingrediënten.
De Belgische onderzoekers stelden twee groepen samen. De ene groep las een spannend hoofdstuk uit de Milleniumreeks. De andere groep moest het doen met een hoofdstuk uit een mierzoete roman.
“De deelnemers kregen apparatuur om hartslag, zweet en hersenactiviteit te meten. De mensen die het hoofdstuk uit de Milleniumreeks lazen, maakten allerlei stofjes aan die bij het beloningseffect horen, zoals dopamine en serotonine. Dat zijn effecten die ook bij drugsgebruik voorkomen. Het zijn geluksstofjes die een verslavend gevoel geven. Dat verklaart waarom je een goed boek in één ruk wilt uitlezen”, vertelt Soraya Vink.
Zij is thrillerkenner, recensent van boekensite Hebban.nl en jurylid van de Gouden Strop, de prijs voor het beste oorspronkelijk Nederlandstalige spannende boek. Vink gaf samen met Sander Verheijen, hoofdredacteur van Hebban.nl, een lunchlezing over de ontwikkeling van het thrillergenre.
Van Columbo tot Dexter
Tijdens de lezing schetste Vink een ontwikkeling in het boekenlandschap die overeenkomt met wat we ook in tv-series hebben gezien. Jaren terug stond vooral de speurder centraal, denk aan Columbo en Baantjer. Daarna stond juist het speurwerk in de spotlights met series als CSI waarbij de hoofdpersoon zowel de sporen op de plaats delict zoekt, het verhoor bij verdachten afneemt en in het laboratorium de analyses doet. “Verre van hoe het in de praktijk gaat, waarbij juist specialisten ieder een klein deel van een groot onderzoek doen”, duidt persvoorlichter Suzan Demirhan van het NFI.
Langzamerhand verdween ook dit beeld weer uit series en ging het steeds vaker om het onderzoek aan de hand van specifieke sporen die op de plek van een misdrijf worden gevonden. Series als Dexter (bloedspatpatroonanalist) en Bones (forensisch antropoloog) speelden hier handig op in. “Bestseller auteur Karin Slaughter was een van de eersten die forensische technieken centraal zette in haar boeken.”
Echtgenotenmoord
Technieken en sporen zijn inmiddels naar de achtergrond verdwenen. “Wat nu opvalt”, vertelt Vink, “zijn de verhalen die zich in een veilige setting afspelen. Moord in een huiselijke sfeer bijvoorbeeld. Thrillerschrijvers zoeken nu meer dan ooit in hun spannende verhalen naar frictie in veilige relaties. Wellicht wordt dit ook wel ingegeven doordat echtgenotenmoord relatief veel voorkomt.”
Een andere opvallende trend is de verschuiving van het perspectief. Verhalen die worden verteld op basis van flashbacks of verhalen die worden verteld door nabestaanden. “In deze verhalen worden politie, OM of forensisch onderzoekers van bijvoorbeeld een soort NFI steeds vaker op een zijspoor gezet en vervullen zij niet langer de hoofdrol. De verteller is ook vaak degene die het heft in eigen hand neemt, waarbij op de meest creatieve manieren door een doorsneeburger sporen worden gewist nadat een moord is gepleegd.”
Boekentips
“Het blijft fascinerend hoe we als mens toch een morbide verlangen lijken te hebben naar de duistere kant van de samenleving met alle gruwelijkheden die daarbij komen kijken”, verwondert Vink zich. Daarom heeft ze speciaal voor de lezers van @NFI vijf boeken geselecteerd die mee moeten in de koffer op vakantie.
- Zijn bloedige plan, door Graeme Macrae Burnet
- Sluipend gif, door Corine Hartman
- Nemesis, door Simon de Waal
- Doodsimpel, door Peter James
- Ik reis alleen, door Samuel Bjork