Tekst Ruben Murk
Politie en Openbaar Ministerie (OM) laten een DNA-verwantschapsonderzoek uitvoeren in de coldcase die draait om de moord op Milica van Doorn. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) voert dit onderzoek uit.
De 19-jarige Milica van Doorn werd op 8 juni 1992 dood aangetroffen in een vijver in Kogerveld, een wijk in Zaandam. De zaak is tot op heden niet opgelost. Een DNA-spoor dat in Milica is gevonden, is vrijwel zeker afkomstig van een man met Turkse voorvaders.
In totaal 133 mannen zijn dinsdag benaderd met de vraag of zij willen helpen de moord op Milica op te lossen door vrijwillig DNA af te staan. Deze mannen hebben Turkse voorvaders en woonden in 1992 in Kogerveld, of hebben familieleden die daar toen woonden. De mannen zijn geen verdachten in de zaak.
Forensisch DNA-deskundige Arnoud Kal beantwoordt drie vragen over DNA-verwantschapsonderzoek.
Wat is het verschil tussen DNA-onderzoek van de jaren 90 en het DNA-onderzoek dat nu, in deze zaak toegepast wordt?
In de jaren 90 is van een spoor een DNA-profiel gemaakt dat uniek is voor de man die het spoor heeft achtergelaten. Niemand anders heeft dit DNA-profiel, tenzij deze man een tweelingbroer heeft. Dit DNA-profiel is daarmee geschikt voor de 1 op 1 vergelijking met DNA-profielen van mannen die de politie graag wil uitsluiten. Maar als het DNA-profiel van een man matcht met het DNA-profiel van het spoor, is hij vrijwel zeker degene die het spoor heeft achtergelaten. Dat is belangrijke informatie voor de politie en de officier van justitie.In het verleden zijn al veel mannen gevraagd om mee te doen met het 1-op-1 DNA-onderzoek. Zij zijn allemaal uitgesloten als de man die het spoor heeft achtergelaten.
Sinds 2012 is het toegestaan om een ander type DNA-onderzoek toe te passen, namelijk DNA-verwantschapsonderzoek. Ons DNA krijgen we van onze ouders en zij hebben het weer van hun ouders gekregen. Ons DNA kan dus iets zeggen over onze voorouders en waar zij vandaan kwamen. Voor het spoor op het lichaam van Milica is onderzoek gedaan naar de herkomst van de mannelijke familielijn. Dit onderzoek is gedaan door wetenschappers van het FLDO in Leiden. Zij hebben gevonden dat de voorvaders van de man die het spoor heeft achtergelaten hoogstwaarschijnlijk afkomstig zijn uit het gebied wat nu Turkije is.
Nu we weten dat de voorvaders hoogstwaarschijnlijk afkomstig zijn uit dit gebied kunnen we specifiek de mannen met deze voorvaders vragen om vrijwillig mee te doen met een ander type DNA-onderzoek: DNA -verwantschapsonderzoek.
Welke rol speelt de mannelijke lijn daarbij?
Mannen hebben een stukje DNA dat zij doorgeven aan hun zoons. Dit is het Y-chromosomale DNA. Dit DNA verandert niet of nauwelijks als het wordt doorgegeven. Daardoor hebben alle mannen die via de mannelijke lijn aan elkaar verwant zijn ditzelfde stukje DNA. Het gaat hier om broers, vaders, grootvaders, neven en zelfs achter-achterneven. Dit stukje DNA van het spoor vergelijken we met hetzelfde stukje DNA van de groep mannelijke vrijwilligers. Bij een match kan het zijn dat we hiermee een familielid hebben gevonden.
Als er een match is op het Y-chromosomale DNA, wat betekent dit dan?
Een match op het Y-chromosomale DNA betekent dat de vrijwilliger mogelijk een mannelijk familielid is. Deze vrijwilliger kan ons dus leiden naar de man die de sporen heeft achtergelaten. Dit kan dichtbij zijn, een broer of een vader. Maar het kan ook een ver familielid zijn zoals een achterneef. Nader onderzoek kan ons dichter bij de dader brengen.