Tekst Ruben Murk

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) mag sinds 1 juli de haarkleur bepalen van de persoon wiens DNA op een plaats delict is veiliggesteld. Het kan helpen om een onderzoek dat muurvast zit, een zet in de goede richting te geven.

"We hopen dat wij binnen vijf jaar ook iets kunnen zeggen over de gezichtsopbouw, bijvoorbeeld de oog-oorafstand.”

“Wanneer een politieonderzoek helemaal vastzit, kan deze informatie van belang zijn. Maar er moet wel voldoende DNA zijn en de politie moet er zeker van zijn dat het van de mogelijke dader is”, zo lichtte DNA-onderzoeker Lex Meulenbroek toe bij de NOS.

Vergelijkingen met de DNA-databank

Als de politie in een onderzoek sporen veiligstelt op de plaats delict, kunnen vooronderzoekers van de politie of het NFI onderzoeken of en welke biologische sporen aanwezig zijn om daaruit DNA te kunnen veiligstellen. Dat kan bijvoorbeeld gaan om sporen als bloed, speeksel op een sigarettenpeuk of een vingerspoor. Uit dat spoor vervaardigen zij een DNA-profiel en dat kan worden vergeleken met DNA-profielen in de DNA-databank voor strafzaken.

Daarin zijn meer dan een kwart miljoen DNA-profielen van personen opgenomen. Maar dat hoeft uiteraard niet altijd te leiden tot een match. De DNA-profielen zijn daarmee allesbehalve waardeloos, want ze blijven in de DNA-databank staan en kunnen later alsnog tot een hit leiden. Maar het is ook mogelijk om met behulp van het DNA uiterlijke kenmerken vast te stellen. Dat kan de politie helpen in hun zoektocht naar de dader van een misdrijf.

Erasmus MC

Het was al sinds 2012 mogelijk om oogkleur te bepalen op basis van DNA forensisch DNA-deskundigen kunnen al langer een voorspelling doen over de geografische herkomst van een onbekende verdachte. Sinds 1 juli van dit jaar is daar dus haarkleur bijgekomen.

Meulenbroek legde ook uit hoe die nieuwe methode tot stand is gekomen. Daaraan ging jarenlang onderzoek door het Erasmus MC vooraf. Onderzoekers analyseerden daarvoor honderden verschillende haren om zo DNA-markers - die de haarkleur bepalen - te identificeren. “We hopen dat wij binnen vijf jaar ook iets kunnen zeggen over de gezichtsopbouw, bijvoorbeeld de oog-oorafstand”, schetste hij.

“Met al deze informatie kunnen we uiteindelijk een gedetailleerde compositietekening van een dader maken en dat kan een enorme meerwaarde zijn in politieonderzoek.”

Compositietekening

De ontwikkelingen houden voorlopig niet op. Zo neemt het NFI bijvoorbeeld deel aan het project Visage. Dat project kreeg 5 miljoen euro Europese subsidie en ging eind mei van start. Het doel ervan is om uiterlijke kenmerken van personen die DNA hebben achtgelaten op een plaats delict, beter te kunnen voorspellen.

Na oog- en haarkleur volgt later mogelijk huidskleur. En er zijn meer uiterlijke kenmerken waarop onderzoek wordt verricht, zoals bijvoorbeeld sproeten, vroegtijdige kaalheid en de structuur van haar of de krullerigheid ervan. En ook op het gebied van leeftijdsonderzoek op is de laatste jaren veel vooruitgang geboekt. “Met al deze informatie kunnen we uiteindelijk een gedetailleerde compositietekening van een dader maken en dat kan een enorme meerwaarde zijn in politieonderzoek.”