Tekst Meike Willebrands
Foto Fotodienst NFI / Natasja Meemelink

Bloedsporen kunnen verraden wat zich tijdens een misdrijf heeft afgespeeld. Bloedspoorpatroondeskundigen van het NFI proberen die sporen te interpreteren. Tot voor kort konden zij vrijwel onmogelijk iets over de ontstaanswijze van verdunde bloedsporen op textiel zeggen. Was de kleding al nat en kwam daar bloed op? Of zat het bloed er al op en is dat nat geworden? Innovatief onderzoek van het NFI maakt het nu mogelijk om onderbouwd de ontstaanswijze van verdunde bloedsporen op textiel te duiden. Dat helpt bij de reconstructie van misdrijven.

Fenneke de Vries (22) neemt het onderzoek naar verdunde bloedsporen in september 2017 voor haar rekening. Ze is dan stagiaire bij het team Research, onderdeel van de afdeling DNA-onderzoek. De Vries heeft naar eigen zeggen een fascinatie voor bloedsporen. “Omdat die zichtbaar zijn”, vertelt ze. “Bloedsporen zijn stille getuigen die inzicht kunnen geven in wat er gebeurd is en in welke volgorde. Verdunde bloedsporen waren nog een blinde vlek.”

Zoektocht naar kenmerken

Toch komt de vraag naar de ontstaanswijze van verdunde bloedsporen regelmatig voor in zaakonderzoek. Zo krijgt het NFI bijvoorbeeld bebloede kleding of ander textiel van de politie opgestuurd voor forensisch onderzoek. “Lange tijd hebben de deskundigen moeten gissen naar de ontstaanswijze”, zegt De Vries. “Ik heb daarom een jaar lang onderzoek gedaan naar specifieke, uiterlijke kenmerken van verdunde bloedsporen op textiel die iets over de ontstaanswijze kunnen verraden.”

Er zijn vaak vele scenario’s mogelijk over wat zich op een plaats delict heeft afgespeeld, illustreert De Vries. “Als iemand met bebloede handen een vochtige handdoek vastpakt, is de volgorde eerst water en dan bloed. Maar als er al bloed op de handdoek zit en iemand daarmee de handen droogt, is de volgorde eerst bloed en dan water. In reconstructies van misdrijven is de volgorde van gebeurtenissen belangrijk: regende het eerst of was het bloed van de overleden man er eerder?”

Voorbeeld van een reeds verdund bloedspoor op textiel (katoen platbinding)

Duizend bloeddruppels

Wetenschappelijk onderzoek naar verdunde bloedsporen op textiel is voor zover bekend nog niet eerder gedaan. Als startpunt heeft de onderzoeker een enquête gehouden onder sporenonderzoekers en deskundigen van het NFI. Dit om inzicht te krijgen in hoe zij de verdunde bloedsporen op dat moment beoordeelden. Zij kregen vijf verschillende voorbeelden van verdunde bloedsporen te zien met de vraag of zij de ontstaanswijze konden bepalen. Dat bleek niet mee te vallen, vertelt De Vries. De deskundigen beoordeelden iets meer dan de helft correct, 52%. Door onvoldoende kennis en onderbouwing werden fouten gemaakt.

“Lange tijd hebben deskundigen moeten gissen naar de ontstaanswijze van verdunde bloedsporen"

De Vries heeft voor haar onderzoek in totaal duizend druppels menselijk bloed, gedoneerd door een gezonde vrijwilliger, op de meest voorkomende soorten textiel laten vallen. Ze heeft de stof eerst gewassen en gestreken zodat chemicaliën in de stof de resultaten niet konden beïnvloeden. Na maximaal 24 uur heeft de onderzoeker gekeken hoe de bloeddruppels eruit zagen. Of de uiterlijke kenmerken iets konden vertellen over de wijze waarop het bloedspoor is ontstaan. Is de volgorde van een verdund bloedspoor eerst water en dan bloed of juist eerst bloed en dan water? De Vries keek ook naar een derde categorie: reeds verdunde sporen. Bloed dat al verdund is met water als het naar beneden druppelt. Bijvoorbeeld wanneer een verdachte zijn of haar bebloede handen wast.

De onderzoeker heeft bloeddruppels laten vallen in verschillende onderzoeksopstellingen passend bij de drie verschillende situaties. Elke volgorde heeft De Vries tien keer herhaald om zo toeval uit te sluiten. 

Minutieus vastleggen

Minutieus heeft de onderzoeker alles fotografisch vastgelegd. Dit deed ze op verschillende momenten: direct na het vallen van de bloeddruppel en na 24 uur. “Dan zijn bloedsporen droog, dat is representatief voor hoe het textiel bij het NFI binnenkomt”, laat ze weten. “Sommige druppels heb ik ook nog elke tien minuten voor de duur van twee uur vastgelegd. Wordt de vlek in de tijd groter? Wat gebeurt er met het bloedspoor waardoor we een specifiek kenmerk zien? Die informatie is van belang om te kunnen onderbouwen dat bepaalde kenmerken bijvoorbeeld niet afhangen van het volume van de bloeddruppel.”

Met een highspeed camera zijn ook video’s gemaakt. Die geven een prachtig beeld van de allereerste milliseconde waarin de bloeddruppels vallen en laten bijvoorbeeld zien dat het bloedspoor zich bij vochtig textiel veel sneller verspreidt dan bij droog textiel.

97% goed beoordeeld

Op de specifieke textielsoort katoen met platbinding, de eenvoudigste manier van weving, is het De Vries gelukt om zeven specifieke uiterlijke kenmerken te onderscheiden. Met die kenmerken is zij opnieuw naar de deskundigen gestapt om te kijken of die hen helpen in de beoordeling van verdunde bloedsporen. Wat blijkt: deze ronde hebben zij de ontstaanswijze van maar liefst 95% van de verdunde bloedsporen goed beoordeeld. De Vries geeft een voorbeeld van kenmerken die zij heeft ontdekt. “Als je vier kleuren in het bloedspoor ziet, vier zones, is de volgorde eerst water en dan bloed. En als je een donkere kring om een bloedspoor ziet, is de volgorde eerst bloed en dan water.”

Omdat het onderzoek op die ene katoensoort de deskundigen goede handvatten geeft in de beoordeling van verdunde bloedsporen, breidt De Vries haar onderzoek uit naar andere veelvoorkomende textielsoorten: polyester, katoenbreisel en spijkerstof. Opnieuw laat ze geduldig vele druppels menselijk bloed op de textielsoorten vallen, legt die weer fotografisch vast en wacht weer 24 uur met smart op de resultaten. “Van de zeven kenmerken uit mijn eerste onderzoek, houden er vier stand op de andere textielsoorten. Als je één van de vier kenmerken ziet, is het al mogelijk om een ontstaanswijze bepalen. Zie je er twee, is dat een extra bevestiging”, legt de onderzoeker uit. Zij heeft twee specifieke kenmerken ontdekt voor de volgorde; eerst water dan bloed en twee voor de volgorde eerst bloed en dan water.

Van waarde in zaakonderzoek

De Vries’ laatste interne enquête heeft ze als proef op de som aangevuld met textielsoorten met complexere verbindingen, zoals zijde. Ook hier gaf ze de deskundigen weer de vier kenmerken als visueel hulpmiddel. “Deze laatste ronde was lastiger, met andere stoffen is het niet meer het perfecte plaatje”, benadrukt De Vries. “Toch is het de deskundigen gelukt om deze ronde 81% van de gevallen goed te beoordelen, een hoge score. Ze herkenden de vier kleurzones in bloedsporen of bijvoorbeeld de kring die er omheen kan zitten. In 9% van de gevallen hebben zij geen uitspraak kunnen doen, maar in ieder ook geval niet fout geantwoord.”

"We kunnen nu beter onderbouwd iets over het ontstaan van verdunde bloedsporen zeggen"

De uiterlijke kenmerken die nu bekend zijn, helpen NFI-deskundigen in zaakonderzoek, onderstreept bloedspoorpatroondeskundige Leon Meijrink. “We kunnen nu beter onderbouwd iets over het ontstaan van verdunde bloedsporen zeggen. Dat is belangrijk omdat we als deskundigen steeds vaker op ‘activiteitniveau’ rapporteren, hóe een spoor ergens is terechtgekomen. Dat kan van waarde zijn om de verklaring van een verdachte te toetsen.”

Toekomstambitie

Het onderzoek dat De Vries heeft uitgevoerd, is in samenwerking met haar collega, wetenschappelijk onderzoeker Margreet van den Berge, vertaald naar een wetenschappelijke publicatie. Dat artikel is in augustus 2019 gepubliceerd in het tijdschrift Forensic Science International. Bloedspoorpatroondeskundige Meijrink heeft internationaal al een aantal presentaties over dit unieke onderzoek gegeven. De resultaten werden steeds met groot enthousiasme ontvangen.

Op dit moment gebeurt het beoordelen van verdunde bloedsporen op textiel nog alleen met het menselijk oog: het is immers de deskundige die het spoor beoordeelt.  De Vries en haar collega’s zouden echter graag zien dat een computerprogramma dat ook zou kunnen. Die automatisering is helaas nog niet gelukt, maar blijft wel een ambitie voor de toekomst.