Tekst Menno Groenewegen

“We gaan met opsporingsdiensten in Europa samenwerken, onze kennis op digitaal forensisch gebied delen en gezamenlijk het platform doorontwikkelen.” Bijna heel opsporend Nederland zoekt met het platform Hansken naar relevante informatie in de enorme brij aan digitale data die bij strafzaken tegenwoordig beschikbaar is. Om ervoor te zorgen dat Hansken blijvend kan worden doorontwikkeld, hebben de opsporingsdiensten maandag 22 juni een samenwerkingsovereenkomst getekend.

Harm van Beek
Bert van Westervoort

De hoeveelheid data en de verscheidenheid aan informatiesoorten zijn bovendien steeds groter en complexer. Het is dus zaak om kennis en ontwikkelkracht te bundelen, stellen Bert van Westervoort (programmamanager Opschaling en Ketensamenwerking Hansken) en Harm van Beek (digitaal forensisch deskundige en één van de geestelijke vaders van het Hansken platform).

“Het Hansken platform maakt de data die bij een strafrechtelijk onderzoek in beslag is genomen inzichtelijk en doorzoekbaar.”, legt Van Beek uit. “Dat kan van alles zijn; tekstdocumenten, afbeeldingen, video’s, chatberichten, locatiegegevens of data uit een auto. Al die data van in beslag genomen of gevorderde gegevensdragers worden bij een strafrechtelijk onderzoek in Hansken ingeladen.

Compleet transparant

Er bestaat al software die in principe hetzelfde zou kunnen. Alleen is het bij die programma’s vaak niet duidelijk wat het precies doet, hoe het tot resultaten komt, of alles wel gevonden is en of er al dan niet iets fout is gegaan tijdens het zoeken. “Dat is bij Hansken anders”, vertelt Van Beek. “Het is inzichtelijk wat het programma doet. Hiervan verschijnt na het onderzoek ook een rapport. Deze transparantie is belangrijk voor het OM, de verdediging en de rechtspraak.”

Om bijvoorbeeld een e-mail als bewijs op te kunnen voeren, moet vastgelegd zijn hoe de onderzoeker tot dat betreffende e-mailbericht is gekomen, welke technieken gebruikt zijn, welke zoekopdrachten zijn ingevoerd en waar het op de gegevensdrager stond. Deze onderbouwing vormt het bewijs in een rechtszaak.

“We hebben het hier over capaciteitswinst, tijdswinst en efficiencywinst in de hele lijn van de opsporing”

Voor alle gebruikers

“De meeste vergelijkbare tools die beschikbaar zijn, richten zich op de digitale experts met specialistische kennis over data-analyses die weten hoe je aan gepresenteerde resultaten betekenis moet geven. Terwijl ze eigenlijk slechts een schakel zijn in een groot onderzoek. Met Hansken richten we ons op alle gebruikers in het gehele onderzoeksproces”, legt Van Beek uit. “Het zijn de tactisch rechercheurs die in Hansken op zoek gaan naar bijvoorbeeld een naam van een mogelijke verdachte. En samen met de digitaal rechercheur kunnen ze kijken wat de gevonden informatie te vertellen heeft. Is die ene e-mail die gevonden is nou wel of niet verstuurd? Of wat zeggen die coördinaten van de stappenteller ons precies?”

Van Westervoort vult hem aan: “Een tactisch rechercheur kan zonder specialistische ICT-kennis door de ingeladen data en informatie zoeken. De digitaal rechercheur kan zich vervolgens helemaal richten op de beoordeling, validatie en verdieping van de sporen die door de tactiek zijn gevonden in de complete brij aan data. We hebben het hier dus over capaciteitswinst, tijdswinst en efficiencywinst in de hele lijn van de opsporing.”

“Advocaten hebben in een aantal zaken van het OM inzage gekregen in de data die in ‘hun’ zaak doorzocht was”

Advocaten betwisten werking Hanksen

Het gemakkelijk doorzoekbaar maken van enorme hoeveelheden digitale informatie in strafzaken wordt niet alleen maar met gejuich ontvangen. Advocaten betwisten de werking van Hansken en de rapporten die het genereert regelmatig. In het recente verleden hebben advocaten geprobeerd om aan te tonen dat het OM en de politie te veel gezocht zouden hebben naar belastende informatie, en zich afvroegen of eventueel ontlastende informatie wel was meegenomen in het strafdossier.

“Advocaten hebben daarom in een aantal zaken van het Openbaar Ministerie inzage gekregen in de data die in ‘hun’ zaak doorzocht was. Ze krijgen hiervoor bij hun bezoek aan het NFI dezelfde introductie als die tactisch rechercheurs die met Hansken moeten gaan werken krijgen”, legt Van Beek uit. “Dit kan bij enkele tientallen zaken op deze manier, maar dat moet niet bij honderden zaken zo gaan. Daarom zijn we met alle partijen in de keten aan het nadenken hoe we deze inzage op een goede manier in het platform kunnen inbouwen.”

Groeiende berg digitaal materiaal

“Bijna alle opsporingsdiensten in Nederland gebruiken Hansken”, vertelt Van Westervoort. “Dat lijkt veel, maar Nederland is klein. Er is steeds meer kennis nodig om de groeiende berg digitaal materiaal inzichtelijk te maken en houden. Om die ratrace bij te kunnen houden, moeten we Europees samenwerken en kennis en expertise over onze grenzen heen bundelen.”

Als een rechercheur in Groningen iets slims probeert te bedenken om bijvoorbeeld gegevens uit WhatsApp-berichtjes te kunnen halen, kan het zijn dat op een politiebureau in Keulen iemand hetzelfde voor elkaar probeert te krijgen. "Die kennis kan voor elke opsporingsinstantie belangrijk zijn of dat nou in Nederland is of in een willekeurig ander land in Europa”, geeft Van Westervoort het belang van de opschaling en samenwerking aan.

“Het bundelen van ontwikkelkracht in Europa zal als een vliegwiel werken op de ontwikkelingen”

Europese ontwikkelkracht bundelen

“Op Europees niveau zijn alle opsporingsdiensten op zoek naar dit soort informatie, alleen in een andere taal. Als we de ontwikkelkracht in Europa bundelen en toevoegen aan dit van oorsprong Nederlands platform, zal dat als een vliegwiel werken op de ontwikkelingen in de nabije toekomst”, is de verwachting van Van Westervoort. Iedereen die deelneemt in de Hansken community kan straks ook gebruik maken van tools om data inzichtelijk te maken die andere partners nieuw ontwikkelen.

Van Beek: “En constante doorontwikkeling is ook echt nodig. We richten ons op een ‘moving target’, de computer of de smartphone van nu is qua data aan de binnenkant heel anders dan die van een jaar geleden. En anders dan drie jaar geleden of in de toekomst. De kennis en het begrip van de data van vier jaar geleden is nog maar deels van toepassing op de data van nu.”

Samenwerking met de wetenschap

Op dit moment zijn het de software-engineers van het NFI die de tools ontwikkelen voor Hansken. Maar in de nabije toekomst moet het voor elke deelnemende partij mogelijk zijn om zelf kennis en tools toe te voegen. “Eén van de onderdelen in het programma is de realisatie van een omgeving waarin partijen zelf hun kennis kunnen ontwikkelen, modules kunnen maken en deze aan Hansken kunnen koppelen. Daarbij is ook de samenwerking met de wetenschap van groot belang.” Door studenten van openbare universiteiten en hogescholen toegang te geven tot de ontwikkelomgeving, kunnen zij innoveren, eigen methoden en technieken ontwikkelen en ervaring opdoen. De winst voor de community is dat de eventueel nieuw ontwikkelde functionaliteiten die hieruit voort komen, kosteloos voor Hansken beschikbaar komen.

Kennis delen, samen sterker

Van Westervoort wijst op de potentiele ontwikkelcapaciteit bij opsporingsdiensten in Nederland en Europa. “Bij het NFI hebben we op dit moment tien software engineers die de databibliotheken vullen en modules maken. Alleen al de politie heeft een veelvoud aan software engineers beschikbaar. En als daar ook nog capaciteit van opsporingsdiensten in Europa bij komt, kunnen we kennisdeling enorm versnellen.

Hiervoor is het van belang om een plek te creëren waar al die beschikbare ontwikkelkennis kan samenkomen.” Van Westervoort vervolgt: “De komst van het product Hansken betekent al veel voor het digitaal forensisch onderzoek, maar deze samenwerking op Europees niveau zou misschien nog wel eens een grotere gamechanger kunnen zijn. Daar zetten we op in. De community heeft niet voor niets het motto kennis delen, samen sterker.”

Opsporingsinstanties uit diverse Europese landen zijn geïnteresseerd om toe te treden tot de Europese Hansken-community. Sommigen zitten nog in de verkennende gesprekken, in andere landen zijn de opsporingsdiensten in een pilot aan het kijken hoe het platform hun werk kan ondersteunen. De eerste reacties zijn zeer positief.

Bij toetreding tot de community, committeren deelnemende partners zich naast een financiële bijdrage in de kosten ook aan een bijdrage in de doorontwikkeling van het platform. “Uiteindelijk zal het NFI teruggaan naar de basis: het ontwikkelen van specialistische forensische tools die we kunnen inzetten bij complexe zaken. Om die nieuwe tools vervolgens ook weer uit te bouwen tot een volwassen product en over te dragen aan onze partners in de opsporing. Net zoals nu met Hansken gebeurt”, aldus Van Beek.