Tekst Marieke van der Molen

Hoe kwam het dat het vliegtuig MH17 op 17 juli 2014 neerstortte in Oekraïne? Forensisch microsporendeskundigen Erwin Vermeij en Peter Zoon vonden tijdens de triage en in de bagage van MH17 metaaldeeltjes die niet uit het vliegtuig afkomstig waren. Die deeltjes waren belangrijke sporen om uiteindelijk te kunnen achterhalen wat er met de MH17 gebeurd kon zijn. De deskundigen onderzochten de deeltjes minutieus, ook haalden ze in Oekraïne een BUK-raket uit elkaar. “Het was de eerste keer in mijn leven dat ik door een politieauto werd thuisgebracht,” vertelt Peter Zoon.

De ‘vliegtuigvreemde’ metaaldeeltjes die Vermeij en Zoon bij de triage hadden aangetroffen, namen ze mee voor onderzoek bij het NFI. Een groep Australische onderzoekers die deelnamen aan het Joint Investigation Team (JIT) hielpen de deeltjes schoonmaken en leverden apparatuur voor kwaliteitscontroles aan. De deskundigen keken heel gedetailleerd naar de stukjes metaal, onder een microscoop en in een elektronen microscoop (SEM). De SEM maakt gebruik van elektronen om het oppervlak van de deeltjes af te beelden. De resolutie van zo’n microscoop kan veel hoger zijn dan van een gewone microscoop. Wij hebben de materialen en stoffen eindeloos onder de microscoop bekeken. “Muggenziften noemen ze dat,” vat Zoon het werk samen. Vermeij: “We wisten dat het waarschijnlijk om een luchtdoelraket ging. We hadden het vermoeden dat het om een BUK-raket ging. Maar om dat te kunnen onderzoeken, moesten we weten uit wat voor materialen zo’n raket is opgebouwd. En we wilden weten of dat overeenkwam met het materiaal van de deeltjes die we hadden veiliggesteld. Je wil dan zo’n raket dan bekijken, maar een obstakel was dat we in Nederland geen BUK-raketten hadden liggen.”

Vliegtuigmateriaal

Ze wilden weten uit wat voor materiaal het vliegtuig MH17 had bestaan. Het NFI zocht daarom contact met vliegtuigfabrikant Boeing. “We wilden weten waar onder andere het cockpitglas van de Boeing uit bestond. Boeing wilde wel praten en was dus zeker behulpzaam, maar we moesten er wel voor tekenen dat we de kennis die we opdeden, niet verder zouden verspreiden. Ik snap dat wel, het ging om concurrentiegevoelige informatie. Voor ons lag dat ingewikkeld. Als wij onderzoek doen, moeten we er in de zittingszaal over verklaren. We konden dus niet tekenen voor de geheimhouding.” Inmiddels werd duidelijk dat Oekraïne had besloten om de wrakstukken van de MH17 over te dragen aan Nederland. Het NFI besloot daarop om van verdere gesprekken met Boeing af te zien. We konden in de wrakstukken zelf onderzoeken uit wat voor materiaal het vliegtuig was opgebouwd.

Demonteren BUK-raket

Ondertussen waren er op de achtergrond, gesprekken gaande tussen het Openbaar Ministerie (OM), de politie, Australische politie (AFP) en Oekraïne. In Oekraïne hadden ze twee BUK-raketten liggen, die gedemonteerd zouden worden voor onderzoek. “Daar moesten we bij zijn, dat zou ons onderzoek helpen,” zegt Vermeij. Vervolgens ging het snel. “Op maandagavond om 19:00 uur werden we gebeld dat we de volgende dag om 10:00 uur op Schiphol moesten zijn. “ De onderzoekers mochten geen mobiele telefoon mee, geen laptop of iPad. Zoon: “We kregen daarom een envelop met daarin een Nokia prepaid-telefoon. Op de envelop stond ons tijdelijke telefoonnummer voor tijdens de reis. De mensen met wie we samen reisden, konden we in het vliegtuig leren kennen. Het deed me denken aan een scene uit een James Bond film. Ik dacht toen wel: wat gaan we eigenlijk doen? Wil ik dit wel? Maar we moesten die BUK-raket zien, dus we gingen.” 

Ontvoerd

Ze waren op reis met een heel gezelschap van politiemensen uit Nederland, de Australische politie en het OM. De avond van de aankomst in Kiev, gingen Zoon en Vermeij met de andere onderzoekers ergens een hapje eten. “Toen we terugkwamen was er wat reuring. De liason officer en de officier van justitie waren op zoek naar ons,” vertelt Zoon: ”Ze hadden ons geprobeerd te bellen, maar onze telefoons lagen natuurlijk thuis. Onze tijdelijke nieuwe nummers hadden we nog niet gedeeld. Achteraf natuurlijk stom. Ze dachten bijna dat we ontvoerd waren. Dat was gelukkig niet zo.”

Oude fabriek

Zoon en Vermeij gingen met het gezelschap naar een plaatsje ten noorden van Kiev, Malyn. In het bos stond een oude wapenfabriek uit de Sovjettijd. Ze moesten ergens een gewapende escorte ophalen, vertelt Zoon: “Je zou juist verwachten dat zij ons kwamen ophalen, maar hier was dat dus andersom.” In Malyn was een oud mannetje die de BUK-raket uit elkaar liet schroeven voor de deskundigen. Vermeij: “We keken naar de onderdelen in de BUK-raket en of het leek op wat we eerder langs hadden zien komen. Wij hadden natuurlijk zelf alle deeltjes uit de lichamen onderzocht.” Ook de Oekraïners deden een strafrechtelijk onderzoek. “Letterlijk alle te onderzoeken deeltjes werden in tweeën gehakt, gelabeld en verpakt met een zegel,” vertelt Zoon. De helft van de BUK-raketonderdelen gingen naar het NFI voor onderzoek.

Vlindervormig fragment uit de warhead van een Buk-raket

Dikke deur

Het uit elkaar halen van de raket verliep anders dan dat de Nederlanders hadden verwacht, vertelt Zoon. “Je merkte ook dat we niet allemaal hetzelfde dachten over veiligheidsaspecten. In de straalpijp van de BUK-raket die we onderzochten, zit asbest. Die zaagden ze buiten voor de fabriek met een slijptol kapot, zonder enige bescherming. Daar ontstond een felle discussie over. Dat zouden wij in Nederland anders hebben gedaan.” In de warhead van een BUK-raket zit 35 kilo springstof. Toen de Oekraïners de warhead uit de raket gingen halen, moest een deel van de delegatie plaats nemen in een afgesloten ruimte van de fabriek, achter een dikke deur. “Ik vroeg aan een aanwezige wapenexpert of die deur wel zin had, mocht de warhead afgaan. Hij liet droog weten dat de deur het verschil niet zal maken. Dan zou de fabriek bijna helemaal weggevaagd worden.” Hij lacht: “Dat wisten we dan maar. Ik hoopte dat de oude man wist wat hij aan het doen was.”

Na het avontuur in de fabriek keerden Vermeij en Zoon weer terug naar Nederland. Terug op Schiphol konden ze niet meteen naar huis. Ze werden naar een politiebureau gebracht, waar ze hun bagage controleerden. Iedereen nam het zekere voor het onzekere.  De politie bracht de beide NFI-ers daarna voor het eerst in hun leven thuis met de politieauto. Ruim twee weken later, eind oktober 2014 moest Vermeij weer terug naar Oekraïne voor de demontage van de warhead. In de warhead vonden ze deeltjes die erg leken op de deeltjes die ze terug hadden gevonden in de bagage en bij de triage van de lichamen.

Wrakstukken MH17

Op 9 december kwamen de wrakstukken van de MH17 aan op de luchtmachtbasis in Gilze Rijen. De wrakdelen werden onderzocht. De OVV wilde uiteindelijk ook een reconstructie van het vliegtuig. In de Hangar werden de onderdelen verzameld en het vliegtuig werd, zo goed als dat ging, weer in elkaar gezet. Vermeij en Zoon waren er ook. “We zochten in de wrakstukken, net zoals in de lichamen, naar ‘vliegtuigvreemd materiaal’,” aldus Vermeij: “We zochten naar materiaal met een afwijkende kleur, uiterlijk en samenstelling. Wanneer we ergens een stukje van wilden overlegden we dat eerst met de OVV.”

Inslagen met staal

De kraters en perforaties in de wrakstukken werden door de deskundigen onderzocht. Ze zijn waarschijnlijk veroorzaakt door inslagen met staal. Een warhead van een BUK-raket bevat voorgevormde staalfragmenten. Nader onderzoek wees uit dat de elementsamenstelling van de in kraters en perforaties aangetroffen staaldeeltjes overeenkomt met de elementsamenstelling van de voorgevormde fragmenten uit een warhead van een BUK-raket.

Proppen in wrakstukken

Er werd ook een stuk staal in het vliegtuig aangetroffen, waarvan ze zeker wisten dat het niet van vliegtuigmateriaal was gemaakt. Het zat in een stuk spant aan de linkerzijde van het vliegtuig. In de sponning van het linker cockpitraam zat een stuk donkergroen verwrongen metaal. ‘Een prop,’ noemt Vermeij het. Beide delen zaten klemvast in de vliegtuigwrakdelen. De onderzoekers verwijderden deze delen uit de wrakstukken, en ze zagen de prop uit het spant in drie stukken. “We zijn er wel twee uur mee bezig geweest,” vertelt Vermeij. Zowel het NFI als forensische specialisten van de Australische Federale Politie (AFP) onderzochten alle delen.

Het NFI bepaalde de elementsamenstelling en de microstructuur van deze deeltjes. Beide deeltjes bestaan uit warmgewalst roestvaststaal. Het NFI bepaalde ook de elementsamenstelling en microstructuur van onderdelen van meerdere ‘referentie BUK-raketten’, waaronder de schuif- en grondplaten van BUK-raketten. Deze schuif- en grondplaten bevinden zich op een contactpunt in het staartdeel van de BUK-raket, waaraan een kabel van het Buk-lanceervoertuig is gekoppeld. Volgens het NFI zijn het deeltje uit het spant en het deeltje uit de sponning van het cockpitraam, op basis van elementsamenstelling en microstructuur niet te onderscheiden van de schuif- en grondplaten van de referentieraketten. De bevindingen zijn volgens de NFI-onderzoekers veel waarschijnlijker (veel beter verklaarbaar) wanneer deze deeltjes afkomstig zijn van de schuif- en grondplaten van een BUK-raket, dan wanneer ze afkomstig zouden zijn uit andere bron, zoals een ander wapen.

De NFI-ers rapporteerden hun bevindingen aan het OM. Toch is het onderzoek dan nog niet klaar. De gevonden deeltjes hebben overeenkomsten met de onderdelen van de BUK-raket. Maar: om te kunnen onderzoeken hoe die deeltjes na een explosie vervormen, moest er eigenlijk onderzoek plaatsvinden aan een gecontroleerde explosie van een BUK-raket. Hoe dat ging? Dat lees je in deel drie van deze serie.