Tekst Marieke van der Molen
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gaat samen met de Universiteit van Amsterdam (UvA), de politie, de Douane en andere partijen onderzoek doen naar wat de chemische informatie van drugsmonsters allemaal kan vertellen over bijvoorbeeld de gebruikte grondstoffen, het productieproces en de smokkelmethode van de drugs. Voor het analyseren van de data wordt een geautomatiseerd systeem ontwikkeld dat deze waardevolle informatie snel beschikbaar maakt voor de opsporing. Hiervoor is een onderzoekconsortium opgericht onder leiding van de UvA. Het consortium krijgt hiervoor een subsidie van ruim een miljoen euro van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Elk jaar analyseren de politie, het NFI en het Douanelab samen tienduizenden in beslag genomen poeders en pillen om te onderzoeken of het om hard- of softdrugs gaat. Maar de chemische samenstelling kan nog veel meer informatie prijsgeven dan of het alleen om drugs gaat of niet. “Die informatie kan waardevol zijn in de strijd tegen de georganiseerde drugscriminaliteit,” zegt deskundige Verdovende Middelen Janneke Hulshof van het NFI.
Chemische vingerafdruk
Drugs bevatten naast de actieve stof vaak ook andere stoffen, zoals versnijdingsmiddelen en verontreinigingen. “Die vertellen iets over bijvoorbeeld de productiemethode en de grondstoffen die zijn gebruikt. De samenstelling van drugs kan weergegeven worden als een soort chemische vingerafdruk, die de verschillende stoffen in de drugs weergeeft.” Uit eerder onderzoek van NFI, de politie en de UvA blijk dat hieruit veel af te leiden valt over het productieproces en mogelijk zelfs de manier waarop de drugs gesmokkeld werden.
Trends
De chemische vingerafdruk kan ook met hulp van datawetenschappers en criminologen worden gebruikt om zaaksoverstijgende verbanden te onderzoeken. “Je kan bijvoorbeeld zien welke tabletten en poeders uit dezelfde fabriek komen,” vertelt Rolf Ypma, Principal Scientist op het gebied van data-science bij het NFI. “Je kan trends signaleren en onderzoeken welke chemische stoffen de meest relevante informatie bevatten.”
“Deze informatie kan in principe met extra chemische analyses en handmatige processen naar boven worden gehaald. Dat is een tijdrovend proces,” vertelt Hulshof. “Met het onderzoeksconsortium willen we nu een systeem ontwikkelen waarmee die informatie volledig geautomatiseerd en zonder extra chemisch onderzoek uit de data kan worden gehaald.”
FIDBID
Het consortium dat het onderzoek gaat uitvoeren heet het ‘FIDBID’, dat staat voor ‘Forensic Illicit Drug intelligence through Big and Intelligent analysis of chemical and criminological Data’. Arian van Asten, hoogleraar Forensische Analytische Chemie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) is projectleider van het FIDBID. De link tussen wetenschap en de praktijk is sterk.
De drie promovendi zullen een groot deel van hun onderzoek uitvoeren met en bij het NFI en de politie, begeleid vanuit de UvA, de VU en de HvA. Met hulp van Capgemini zal het uiteindelijke systeem breed uitgerold en beschikbaar gemaakt kunnen worden. “Hiermee hebben de opsporingsdiensten en beleidsmakers straks een waardevolle nieuwe tool in handen om de productieketens en handel in drugs snel en effectief aan te pakken,” vertelt Van Asten.
Financiering en partners
Het nieuwe consortium wordt gefinancierd met een subsidie van ruim 1 miljoen euro vanuit het NWO programma Ondermijnende Criminaliteit (KIC). De overige partners binnen FIDBID zijn, naast het Van ’t Hoff Institute for Molecular Science van de UvA, het UvA Instituut voor Informatica, de Vrije Universiteit Amsterdam, de Hogeschool Amsterdam en de Politieacademie. In het project wordt ook samengewerkt met het Openbaar Ministerie, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en andere internationale instituten en experts uit Europa en de Verenigde Staten.