Tekst Meike Willebrands
Hoe kunnen digitale sporen in een smartphone of smartwatch helpen bij het reconstrueren van misdrijven? Heeft de verpakking waarmee bewijsmateriaal zoals ondergoed wordt vervoerd invloed op de sporen die daarop zitten? Beïnvloedt de afstand van de schutter tot zijn doel de kogelbaanafwijking? En kun je algemene data uit de literatuur gebruiken om in een zaak te onderzoeken hoe een spoor ergens is terechtgekomen? Dit zijn de vier winnende onderzoeken van promovendi en studenten van de derde editie van de NFI Science Fair. “Continu innoveren is van groot belang voor het NFI. Zonder innovatie geen vooruitgang”, zegt directeur Wetenschap en Technologie Annemieke de Vries.
De prijs voor de winnende pitch kwam in handen van promovendus Conor McCarthy (UvA). “Het doel van mijn onderzoek ‘Data2activity’ is om te kunnen identificeren wat voor activiteiten en handelingen mensen in een bepaalde periode doen, gebaseerd op digitale sporen in smartphones en smartwatches", licht hij toe. "Kun je bijvoorbeeld in een smartphone terugzien dat iemand op een trap heeft gelopen? Of in een trein heeft gezeten? Passen de digitale sporen in een telefoon beter bij thuis zitten, of bij een lange wandeling? Dat is waardevolle informatie om misdrijven te reconstrueren." Het onderzoek helpt om scenario’s van bijvoorbeeld verdachten te toetsen en om te bepalen of een verdachte op een bepaald moment op de plaats delict had kunnen zijn.
De onderzoeker kijkt ook naar meer forensisch relevante activiteiten, zoals schoppen, slaan of slepen met een zwaar voorwerp en of je daar digitale sporen van kunt terugvinden. “We verzamelen veel relevante data met de experimenten die we doen", vertelt McCarthy. "Het uiteindelijke doel van het onderzoek is om met behulp van AI de bewijswaarde van digitale sporen voor handelingen in de fysieke wereld te bepalen." De jury vond dat hij een complex onderwerp met veel enthousiasme en kennis helder wist over te brengen. Daarnaast is zijn onderzoek van grote waarde voor de forensische praktijk.
Verpakkingsmateriaal van ondergoed
Naast de pitches van acht promovendi kregen studenten de ruimte om hun (afstudeer)stage aan het publiek te presenteren. Hier wist Oanelle Gléonec (UvA) de eerste prijs binnen te slepen. “Ik heb onderzocht of het verpakkingsmateriaal van ondergoed invloed heeft op het sporenbeeld”, vertelt de studente.
Als ondergoed voor sporenonderzoek binnenkomt bij het NFI, zit dat verpakt. Maar maakt het eigenlijk uit of je daarvoor een plastic zak gebruikt of een papieren zak? “Ik onderzocht beide materialen op twee type sporen: speeksel- en contactsporen. Ik voerde allerlei experimenten uit met de verschillende verpakkingen om te kijken of de contactsporen en speekselsporen zich verplaatsten of werden overgedragen en of dat verschilde bij beide materialen.” De conclusie: er is geen verschil in de manier van verpakken en het effect op de sporen. Beide verpakkingen zijn dus goede opties. De jury is erg enthousiast over de visueel aantrekkelijke poster die ze voor haar presentatie maakte en over de relevantie van haar praktische onderzoek voor de hele keten.
Schietreconstructies
Nova Jansen (UvA) kreeg de tweede prijs voor haar poster waarmee ze haar onderzoek presenteerde. Tijdens haar stage onderzoekt zij wat het effect is van de afstand van de schutter op de kogelbaanafwijking. “We weten dat de kogel, de inkomende hoek en het materiaal van het doel waarop geschoten is, invloed heeft op de baan van de kogel. Maar we zien nu dat er nog een vierde factor is die invloed heeft, namelijk afstand.” De studente deed zelf veel experimenten op de schietbaan van het NFI, ze schoot op meerdere afstanden met verschillende wapens en munitie. “Tot nu toe zien we dat bij loden kogels met een Smith & Wesson revolver op een afstand van 1 meter een verschil zit in de spreiding van de kogelinslag, die is daar vrij groot. Bij drie meter, zes meter en negen meter afstand is de spreiding kleiner.”
Dat komt omdat kogels aan het begin nog wat tuimelen vanwege de kruitdampen. “We zien dus dat hoe verder je van je doel staat, hoe minder effect het initiële tuimelen heeft op de kogelinslagen en de daar bijhorende spreiding. Dit is belangrijke informatie voor bijvoorbeeld schietreconstructies”, benadrukt Jansen. Ze wil professionals die schietreconstructies doen bewust maken dat dit een factor is die invloed kan hebben. Ook hier is de jury erg enthousiast over haar duidelijke verhaal en de waarde daarvan voor schietreconstructies.
Onderzoek op activiteitniveau
Fabio Tango Cañete (UvA) mocht de derde prijs in ontvangst nemen voor zijn nog jonge onderzoek naar de evaluatie van zaken op activiteitniveau. Ofwel: hoe is een spoor in een zaak ergens op terechtgekomen? Het kan zijn dat het Openbaar Ministerie (OM) en de verdachte verschillende scenario’s schetsen van wat er gebeurd is in een strafzaak.
“Ik wil in steekzaken toetsen of je de zaak zo goed mogelijk moet nadoen met zo realistisch mogelijke omstandigheden om zo de kansen in te schatten van welk scenario het meest waarschijnlijk is. Of kan je net zo goed representatieve literatuurdata gebruiken om een waarschijnlijkheidsuitspraak over de scenario’s te kunnen doen?” Als dat laatste blijkt te lukken, dan kun je literatuurdata dus inzetten in zaakonderzoek en scheelt dat de forensisch onderzoekers veel tijd. De jury complimenteerde Fabio met de duidelijke kaders van zijn onderzoek en zijn heldere poster.
Innovatie is vooruitgang
Naast NFI’ers bestond de vierkoppige jury uit Chris Pellemans van de forensische opsporing en Titia van Kleffens, innovatieadviseur bij het OM. “Het is mooi om te zien dat zoveel jonge mensen zo enthousiast zijn over wetenschappelijk onderzoek en in korte tijd enorm veel kennis hebben opgebouwd”, zegt ze enthousiast. ”What’s next? vraag ik me dan af, er komen zoveel mooie innovaties aan.” Ook directeur Wetenschap en Technologie van het NFI Annemieke de Vries kijkt met trots terug op het evenement. “De Science Fair is inmiddels niet meer weg te denken uit de innovatie-activiteitenagenda van het NFI! We zijn als NFI altijd op zoek naar talentvolle onderzoekers, en die waren volop aanwezig bij de fair.”
Samenwerken met universiteiten en hogescholen is een belangrijke pijler binnen het innovatieprogramma van het NFI. ”Voor ons instituut, maar zeker ook breder voor het forensisch onderzoek is continu innoveren van groot belang. Zonder innovatie geen vooruitgang, en zonder vooruitgang verlies je relevantie en kunnen we de forensische vragen van onze opdrachtgevers niet meer goed beantwoorden. Studenten en promovendi, aan de start van hun carrière, helpen ons daar enorm bij. Ik ben weer positief verrast over wat ik heb gezien.”