Tekst Ruben Murk

Jarenlang stond de Duitse politie voor een raadsel. Op verschillende ‘crime scenes’ werd telkens hetzelfde DNA-profiel aangetroffen. Zelfs buiten Duitsland dook het DNA-profiel op plaatsen delict op. Maar een match in een DNA-databank leverde het nooit op.

Jarenlang stond de Duitse politie voor een raadsel. Op verschillende ‘crime scenes’ werd telkens hetzelfde DNA-profiel aangetroffen.

“De onbekende vrouw eigenaar van het DNA-profiel kreeg zelfs een bijnaam: het fantoom van Heilbronn”, weet Kees van der Beek, beheerder van de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken. Deze databank is in beheer bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

Maar was dit het werk van een meestercrimineel? “Nee, het bleek te gaan om het DNA van een medewerkster van een producent van wattenstaafjes waarmee door de politie sporen worden veiliggesteld. Zij werkte thuis. De wattenstaafjes werden na haar werk wel gesteriliseerd, maar dat is wat anders dan DNA-vrijmaken”, vertelt Van der Beek. “Naar aanleiding hiervan is er een speciale ISO-norm voor toeleveranciers voor DNA-onderzoek tot stand gekomen.

Eliminatiedatabank

Het zwengelde in de forensische wereld de discussie aan over een eliminatiedatabank voor toeleveranciers. In Nederland bestaat bijvoorbeeld al een eliminatiedatabank voor forensische medewerkers van de politie en medewerkers van het NFI.

“We moeten deze medewerkers uitsluiten, niet ten onrechte als verdachte aanmerken”, zegt Van der Beek. “Een DNA-profiel dat bij de DNA-databank binnenkomt, gaat ook meteen door de eliminatiedatabank. We kijken daar een paar honderd keer per dag in.”

Een eliminatiedatabank voor toeleveranciers was er nog niet, maar op korte termijn gaat dit veranderen. Het beheer van deze databank komt onder beheer van de International Commission on Missing Persons. “Dit is een volledig onafhankelijk organisatie die boven de partijen staat”, motiveert Van der Beek de keuze.

Een eliminatiedatabank voor toeleveranciers was er nog niet, maar op korte termijn gaat dit veranderen. Het beheer van deze databank komt onder beheer van de International Commission on Missing Persons.

Databank in ontwikkeling

De databank is nog in ontwikkeling. Forensische laboratoria kunnen al wel profielen insturen waarvan de donor onbekend is en deze vergelijken met 592 soortgelijke profielen die door andere laboratoria zijn gevonden.

Zodra de DNA-profielen van medewerkers zijn opgenomen, kan ook daar een match mee worden gemaakt. “Dat gebeurt dan anoniem. De gegevens worden naar de toeleveranciers gestuurd. Zij kunnen dan in gesprek met de betreffende medewerker en eventueel het productieproces verbeteren.”

Daarmee moet zo’n raadsel als enkel jaren geleden in Duitsland verleden tijd zijn. “Bovendien geeft het onderzoekers duidelijkheid. Als een spoor van een medewerker van een toeleverancier blijkt te zijn, kun je dat spoor uitsluiten als daderspoor.”