Tekst Ruben Murk

De 54-jarige Ada S. kreeg eind juni in hoger beroep een celstraf van 16 jaar en tbs met dwangverpleging. Voor het gerechtshof staat vast dat zij haar tweede echtgenoot heeft vermoord, mogelijk door toediening van medicijnen. Toxicologen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) vonden in het stoffelijk overschot sporen van diazepam en morfine.

De vrouw werd niet alleen veroordeeld voor de moord op haar tweede echtgenoot, maar volgens het hof liet ze haar eerste man in hulpeloze toestand achter en onthield ze hem van de nodige medische zorg.

“De meeste stoffen kun je jaren later nog meten”, stelt Klaas Lusthof. Hij is één van de toxicologen van het NFI en deed samen met collega’s het toxicologisch onderzoek in de strafzaak tegen Ada S.

De vrouw werd niet alleen veroordeeld voor de moord op haar tweede echtgenoot, maar volgens het gerechtshof in Amsterdam liet ze haar eerste man in hulpeloze toestand achter en onthield ze hem van de nodige medische zorg. Hij overleed, maar de doodsoorzaak van dit eerste slachtoffer (2004) is niet vastgesteld, hoewel de NFI-onderzoekers vele jaren na dato nog wel probeerden te achterhalen of er giftige stoffen in het stoffelijk overschot aanwezig waren.

Afbreken stoffen duurt jaren

“We krijgen regelmatig de vraag van bijvoorbeeld de politie of een toxicologisch onderzoek na een lange periode nog wel zin heeft. Het antwoord is eigenlijk altijd ja. Het duurt jaren voordat stoffen volledig zijn afgebroken”, vertelt Lusthof. De tijd heeft wel invloed op de hoeveelheid die van de stof kan worden teruggevonden.

In de zaak tegen Ada S. vonden Lusthof en zijn collega’s dus wel sporen van medicijnen bij het tweede slachtoffer. “Tussen het overlijden en het onderzoek zat ongeveer een jaar. Daardoor hebben we geen uitspraak meer kunnen doen of de concentraties diazepam (slaapmiddel, red.) en morfine dodelijk zijn geweest. Dat komt omdat er allerlei factoren zijn die van invloed zijn op hoe snel stoffen worden afgebroken. Maar wat we in deze zaak zeker hebben kunnen vaststellen, is dat de stoffen aanwezig waren.”

De meetapparatuur die de toxicologen daarvoor gebruiken, is uiterst gevoelig. “We kunnen 100 tot 1.000 maal lagere waarden meten, dan de werkzame concentraties van de medicijnen. Daarom is het heel opportuun om deze onderzoeken – soms pas na jaren – toch nog uit te voeren.”

“We krijgen regelmatig de vraag van bijvoorbeeld de politie of een toxicologisch onderzoek na een lange periode nog wel zin heeft. Het antwoord is eigenlijk altijd ja. Het duurt jaren voordat stoffen volledig zijn afgebroken.”

Levensverzekering

Het gerechtshof stelde vast dat het niet waarschijnlijk was dat de stoffen op een andere manier in het lichaam waren gekomen dan via medicatie. Daarbij wees het hof op het zoekgedrag van de verdachte. Kort voor het overlijden van het slachtoffer zocht de vrouw op internet naar verschillende medicijnen. “Van een aantal van deze medicijnen zijn sporen in het leverweefsel van haar echtgenoot aangetroffen”, schrijft het hof daarover.

“Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting van de verzekeraar. Kort voor het overlijden van de tweede echtgenoot heeft de verdachte buiten zijn medeweten een levensverzekering op zijn naam afgesloten met behulp van valselijk opgemaakte documenten(…). Na zijn overlijden is de verzekeringsmaatschappij overgegaan tot uitkering aan haar van 250.000 euro”, zo staat in het arrest.