Tekst Fleur Kortenbach

Kim Mutsaers, onderzoeksmedewerker bij de DNA-databank, is, begin dit jaar twee maanden aan de slag gegaan bij het OM. Ze nam daar deel aan het DNA-blok in van het parket Amsterdam. Fleur van Veen, coördinator bij dit team bij het OM, kwam dezelfde periode bij de DNA-databank werken.

Portret Kim & Fleur

Kees Lebon, interim hoofd van de DNA-Databank was de initiatiefnemer: “Door bij elkaar een kijkje in de keuken te nemen, ontstaat er onderling meer kennis over elkaars werk en elkaars behoeften”. Toen Lebon met zijn idee bij Glenda Vrij, Senior P&O-adviseur a.i. kwam werd er positief gereageerd. “Moet je doen!”, zei Vrij toen gelijk. “Detacheringen gebeuren steeds meer. Ook intern binnen het NFI worden regelmatig medewerkers tussen verschillende afdelingen gedetacheerd. Het is ook rijksbeleid dat medewerkers mobiel worden en detacheringen zijn daar bij uitstek geschikt voor”, vervolgt Vrij. Wel vonden zowel Lebon als Vrij de periode van 2 maanden iets te kort om echt iets te leren. Maar zowel Mutsaers als Van Veen geven aan dat deze periode net genoeg was. Nu waren ze vrij genoeg om verder rond te kijken binnen de organisaties. “Als we langer waren gebleven waren we meer echte medewerkers geworden”, zegt Van Veen. “Nu konden we ons nog ‘vrij’ bewegen binnen de organisaties”, vult Mutsaers aan.

Bevallen?

“Het NFI is een magisch instituut voor mij. Ik was hier wel al een paar keer geweest voor een cursus, maar dat is toch anders. Maar nu kon ik het NFI en de organisatie veel beter leren kennen”, vertelt Van Veen. “Ik kan ook echt zeggen dat bepaalde processen nu verbeterd kunnen worden door de kennis en ervaring die ik hier heb opgedaan. Bijvoorbeeld stapels brieven die wij verzonden aan de Databank. De inhoud van deze brieven kon de Databank niet verwerken in het systeem en er werd verder niets met die brieven gedaan. Andere documenten kunnen we beter weer digitaal opsturen. Het contact met ‘mijn collega’s’ bij het NFI was ook heel goed. Ik zie ze nu ook echt als collega’s”, legt Van Veen uit. “Maar ook voor mijn eigen ontwikkeling is dit goed geweest. Ik zit nu 8 jaar bij het OM en het is goed om te zien hoe het ergens anders gaat”.

Ook Mutsaers vond de ruil heel leerzaam: “Het was heel interessant het proces vanaf de kant van het OM te zien. Ik doe prachtig werk bij de DNA-databank maar voor je persoonlijke ontwikkeling is het goed om af en toe te switchen. Ik zou het zo weer doen! En daarnaast zit het OM in een prachtig gebouw met een waanzinnig uitzicht over het IJ.”

Paleis van Justitie Amsterdam

Intensiever contact

De contacten tussen de DNA-databank en de parketten waren al geïntensiveerd na de aanbevelingen en conclusies van de commissie Hoekstra. Deze commissie was ingesteld na de moord op oud-minister Els Borst. Een van de aandachtspunten was ‘verbeter de informatie-uitwisseling’. Dit soort detacheringen dragen daar zeker aan bij volgens Van Veen en Mutsaers.

Het Parket Amsterdam staat bij de DNA-databank bekend om haar goede organisatie van het werkproces. Hun administratie is goed op orde. Ze maken veel gebruik van de 9-maandenlijst, aan de hand waarvan ze de databank de opdracht geven om de gegevens van een verdachte te vernietigen als deze persoon niet langer verdacht is of is vrijgesproken. Ook weten de Amsterdammers de medewerkers van de databank goed te vinden als er iets speelt.

“Ik ben nu druk bezig met het uitwerken van de verbeteringen van de processen, zoals bijvoorbeeld het aanleveren van informatie beide kanten op. Maar ik sta daarna echt weer open voor een andere detachering. Ik zou ook nog graag willen kijken bij de Politie of de Koninklijke Marechaussee, met de insteek om het werkproces te verbeteren.”, vult Van Veen aan.

Portret Kim & Fleur 2

Tot slot

Mutsaers sluit af met: “Dit was echt een hele mooie kans. Ik ben heel blij dat ik het gedaan heb. En ik raad het iedereen aan. Je hoeft niet de intentie te hebben om weg te gaan. Maar het is echt een verrijking, zowel professioneel als persoonlijk!”

Van Veen laat nog weten dat: “de divisiebezoeken, rondleidingen op andere afdelingen en gesprekken met collega’s: overal voelde ik me echt welkom binnen het NFI. Omdat ik DNA heb afgestaan voor de eliminatiedatabank kreeg ik ook rondleidingen op de labs van het NFI”