Tekst Ruben Murk

Het Nederlands Forensisch Instituut en de politie hebben in de afgelopen twee jaar een glasdatabank opgezet, waarmee glassplinters kunnen worden gelinkt aan verdachten en delicten. En niet zonder succes; inmiddels konden verdachten in drie zaken in verband worden gebracht met oudere zaken.

“Van elk stukje glas meten wij de concentratie van twintig elementen, een soort chemische vingerafdruk van het materiaal.”

De databank bevat zo’n honderdvijftig glassplinters uit zo’n vijftig verschillende zaken. “Wij komen heel vaak tegen dat in kleding van verdachten glassplinters zitten die van verschillende plaatsen delict afkomstig kunnen zijn. Wij vinden glas op hun kleding dat matcht met bijvoorbeeld een bepaalde ruit op de plaats delict, maar zien dan ook nog splinters van andere glasbronnen. Die zijn dan mogelijk van eerdere delicten”, legt Andrew van Es uit in politievakblad Blauw. Hij is glasonderzoeker bij het NFI.

Unieke samenstelling

Maar hoe kunnen Van Es en zijn collega’s glassplinters van elkaar onderscheiden? Ieder glas heeft een unieke samenstelling van grondstoffen, hoewel de verschillen soms maar minimaal van elkaar verschillen. “Dat zijn verontreinigingen in de grondstoffen. Sommige fabrikanten weten niet eens dat die erin zitten. Het gaat om zulke kleine concentraties die de fabrikant niet meer controleert.”

Die onderscheidende kenmerken verschillen per glas, maar ook binnen het productieproces kunnen die verschillen. “Van elk stukje glas meten wij de concentratie van twintig elementen, een soort chemische vingerafdruk van het materiaal.”

Plasma

Voor dat onderzoek gebruiken de onderzoekers apparatuur met de naam LA-ICMPS. Dat apparaat schiet met een UV-laser ongeveer 25 seconden lang op de soms minuscule glasdeeltjes. Hierdoor ontstaat een stofwolk die naar een plasma wordt geleid van wel 8000 graden. Dat is even warm als op het zonoppervlak. De stofwolk valt daardoor uiteen tot op atomair niveau, de allerkleinste deeltjes.

Een massafilter vergelijkt de verhoudingen in het glas en dat wordt weer vergeleken met het glas op een plaats delict of met het glas waarvan de gegevens zijn opgeslagen in de glasdatabank.

"Hierdoor ontstaat een stofwolk die naar een plasma wordt geleid van wel 8000 graden. Die valt daardoor uiteen tot op atomair niveau, de allerkleinste deeltjes."

Zwembad

Volgens Van Es is het een misvatting dat het geen zin heeft om kleding in te sturen omdat er geen glas zichtbaar is, zegt hij in Blauw. “Het glas kan er weldegelijk zitten. Het kleinste glasdeeltje dat wij kunnen meten is ongeveer een tiende millimeter. Als dat in kleding zit, zie je dat niet met het blote oog. Wij kloppen de kleding uit en halen daarna onder de microscoop de glasdeeltjes uit het stof.”

De apparatuur die glassplinters van een tiende millimeter kan analyseren, is ruim een jaar geleden in gebruik genomen. “Vergelijk het met een theelepeltje suiker in een 25 meter zwembad. Op dat niveau kun je de concentratie van een element in het glassplintertje meten.”