Tekst Ruben Murk
In Nederland worden steeds vaker drugslabs aangetroffen. De Landelijke Faciliteit Ontmantelen van de politie en drugsdeskundigen van het NFI werken nauw samen om deze laboratoria veilig te onderzoeken, bewijs te verzamelen en vast te leggen. @NFI ging mee op pad.
Het is een zomerse middag als bij NFI-drugsdeskundige Marnix Hoitink de telefoon gaat. De politie heeft in een grote, maar enigszins vervallen boerderij, een drugslab ontdekt.
De politie roept de hulp van Hoitink en zijn team in bij het onderzoeken van het drugslab. Werden hier echt drugs geproduceerd? En welke (afval-) stoffen kunnen zij dankzij bemonstering nog terugvinden? Belangrijke vragen voor de strafzaak, waarop Hoitinks team antwoorden hoopt te vinden.
Inval
Hoitink gaat met twee collega’s zo snel mogelijk ter plaatse. Soms weten ze al enkele dagen van tevoren dat een inval op de rol staat. Dit verzoek kwam voor Hoitink onverwachts. “Dit is een professioneel lab”, stelt hij vast na een eerste inspectieronde door de boerderij.
Het gebouw staat in landelijk gebied. De ingang van het drugslab bevindt zich aan de achterzijde van het gebouw, uit het zicht van passerend verkeer. De politie heeft de boerderij onderverdeeld in labruimtes 1, 2 en 3. Uit de briefing wordt duidelijk dat Hoitink en zijn collega’s labruimte 2 voor hun rekening nemen. De politie voert onderzoek in de overige ruimtes uit.
Giftige dampen
Wie in de buurt van een drugslab komt, ruikt de penetrante lucht die vrijkomt bij de productie van speed. Daarom moet eerst de garagedeur die toegang biedt tot de ruimte uit het pand worden gesloopt. “In de ruimte kunnen allerlei giftige dampen hangen. We willen dat het pand goed doorgelucht wordt”, verklaart Hoitink.
De deskundigen van de politie en het NFI inspecteren ook de omgeving van de boerderij. Ze willen weten of drugsafval is geloosd in de nabijgelegen sloten. Daarvan lijkt geen sprake. “Dan zou het bij de sloten enorm stinken en bovendien alles in de sloot dood zijn.” Getuige al het kroos, is daar ogenschijnlijk geen sprake van.
Tonnen, vaten en ketels
Labruimte 2 staat vol met vaten, tonnen en jerrycans en ketels. Hoitink wil die allemaal bemonsteren. Zorgvuldigheid gaat daarbij boven alles. Alle voorwerpen krijgen een unieke code, worden beschreven en op foto vastgelegd. Bij ieder vat wordt het deksel voorzichtig opgelicht en een monster genomen. Soms vult de labruimte zich binnen enkele seconden met een alles verstikkende ammoniaklucht. “Daarom is voorzichtigheid geboden. Je moet echt weten wat je doet, want werken in deze ruimtes is gevaarlijk.”
Ook de gasbranders om de ketels te verwarmen en de warmtedekens leggen de deskundigen vast. Bij sommige vaten zien we hoe de warmtedekens bijna door het plastic zijn gebrand. “Als dat gebeurt, zijn de gevolgen voor degene die op dat moment in het lab is niet te overzien.”
Enkele uren later hebben de deskundigen een goed beeld van de omvang van het lab en voldoende monsters om te kunnen aantonen dat hier drugs werden geproduceerd. Het is moeilijk om te zeggen hoe lang het drugslab in bedrijf was. “Daarom kunnen we niet zeggen hoeveel speed er in totaal is geproduceerd, maar wel hoeveel er per keer geproduceerd kon worden.”