Voor de datering van botten roept het NFI regelmatig de hulp in van kernfysicus Hans van der Plicht. "Wij sluiten vooral scenario’s uit."
Ik neem aan dat u bezig bent met de koolstofdatering van de botten die onlangs in Gronsveld werden gevonden?
"Ik las ook in de media over een mogelijke koolstofdatering. Als het NFI of een rechter zulk onderzoek nodig acht, dan komt het deze kant op. In Nederland zijn we de enige partij die dit onderzoek kan uitvoeren. Hoe vaak het NFI ons inschakelt? Die vraag fluctueert uiteraard, maar gemiddeld zo eens per maand."
Het menselijk been wordt in de media gekoppeld aan de in 1993 verdwenen Tanja Groen. Kunt u zo’n eventueel verband aantonen?
"Nee. We kunnen wél aantonen of het een archeologische vondst betreft óf resten van recente datum. Voor botten hebben we het al gauw over onzekerheden van decennia. Al kunnen we de datering soms door bepaalde ‘markers’ specifieker maken."
Hoe gaat dat in zijn werk?
"Dat vergt wat uitleg. C14, een isotoop van koolstof, is een ongevaarlijke vorm van radioactiviteit die in alle levende organismen voorkomt. Na de dood van een organisme verdwijnt het C14 heel langzaam uit resten. Door de hoeveelheid resterende C14 te meten kunnen we het tijdstip van overlijden vaststellen. Dat kan tot 50 duizend jaar terug. Een ‘marker’ voegt een specifiek kenmerk toe. Zo zijn in de jaren vijftig en zestig bovengrondse atoomproeven gehouden die wereldwijd C14-metingen beïnvloeden. In mijn kiezen zit twee keer zoveel C14 dan in de kiezen van mijn kinderen. Dankzij zulke ‘markers’ kunnen we naoorlogse gebitselementen vaak met meer nauwkeurigheid dateren."
Het belangrijkste werk gebeurt in een 15 meter lange deeltjesversneller bijgenaamd ‘De Tijdmachine’. Hoe lang duurt dat?
"Eenmaal in de massaspectrometer duurt het slechts drie kwartier. Maar u moet bedenken dat we eerst grafiet moeten maken van ingestuurde monsters. Die preparatie duurt lang. Het is van cruciaal belang om resten te reinigen. Kalkresten en aarde kunnen metingen totaal verstoren. Elk soort monster krijgt daarom een eigen recept. Hoe lang het in totaal duurt? Minstens zes weken. Dat is voor justitie, een opdrachtgever die we altijd voorrang verlenen, een drempel. Onze datering is, naar recherche-maatstaven, niet erg nauwkeurig en daar doen we ook nog eens relatief lang over."
Doet u zichzelf niet tekort? U wordt toch niet voor niets zo vaak ingeschakeld?
"We worden doorgaans ingeschakeld voor additioneel onderzoek. We sluiten vooral scenario’s uit. En regelmatig worden we gevraagd bij vondsten waarbij een context ontbreekt. Een mooi voorbeeld is de tand uit Zeeland die we onlangs voor het NFI hebben geanalyseerd. Die was gevonden op het strand. Door C14-datering hebben wij ontdekt dat die tand achtduizend jaar oud was. Geen zaak voor justitie, maar archeologisch enorm interessant."
Heeft u meegewerkt aan spectaculaire strafzaken?
"Dan moet ik u teleurstellen. Bij forensisch onderzoeken weet ik nooit wat ik onderzoek. Ik krijg materiaal opgestuurd en daaraan hangt een label met een nietszeggend zaaknummer. Onze bekendste onderzoeken vinden plaats rond archeologische vondsten. Veel aandacht ging uit naar koolstofdatering over het tijdvak waarin koning David leefde. In bijbelse kringen werden we beschouwd als de redders van het geloof. Een schromelijk overdreven voorstelling van zaken, maar het geeft aan hoe belangrijk isotopen kunnen zijn."
Kunt u iets met de overblijfselen van de twee Nederlandse vrouwen in Panama?
"Nee, afgaand op wat ik in kranten lees, kan ik daar niets nuttigs betekenen."
Moet u vaak nee verkopen?
"Soms is datering wel mogelijk, maar is de conclusie beperkt. Ik ben in de jaren 90 gebeld door het Joegoslavië Tribunaal. Een advocaat vroeg me om hout te dateren. Het gerucht ging dat één van de strijdende partijen houten geweren had ingezet. Zo’n speelgoedgeweer was aangetroffen. Tja, dat hout kunnen we prima dateren, maar dat zegt niet zo veel. We hebben wel eens een houten Christusbeeld onderzocht dat ruim vierduizend jaar oud bleek te zijn."
Zo te horen aan uw stem, beschouwt u dat als charmante denkfoutjes.
"Ja, inderdaad. Overigens, de tv-serie CSI maakt het er qua misvattingen over ons werk niet beter op. In die serie - ik kijk er trouwens graag naar -voeren ze C14-onderzoek binnen een dag uit. Daar moet ik altijd wel om grinniken."