Tekst Ruben Murk
De master Forensic Science van de Universiteit van Amsterdam bestaat 10 jaar. De opleiding leidde in die tijd ongeveer 240 forensische wetenschappers op, onder meer voor het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de politie en de rechtspraak. Opleidingsdirecteur Andrea Haker wil de komende jaren vooral investeren in meer Europese samenwerking.
Haker stond niet aan de wieg van de opleiding. Vijf jaar geleden werd zij opleidingsdirecteur. Sindsdien is er veel veranderd. “Het begon 10 jaar geleden als een eenjarige opleiding, nu is het een tweejarige master.”
Dwalingen voorkomen
In de beginjaren had de opleiding vooral contact met het NFI. Maar de afgelopen jaren zijn ook de banden aangehaald met andere partijen in het juridische domein. “Forensische wetenschap is niet alleen gesitueerd bij het NFI. De politie zoekt en verzamelt sporen die bij het NFI terechtkomen. Dat heeft invloed op het onderzoek bij het NFI, dat kun je niet los van elkaar zien”, legt ze uit.
Daarom zijn ook de banden met de rechtspraak aangehaald. “De volgende stap is die van het NFI richting het juridische apparaat en de rechtbanken. Wat gebeurt daar met de forensische bewijzen? Dat is heel interessant om te bekijken. Waar zou je het proces kunnen verbeteren? Want dwalingen wil je vermijden.”
Kritische blik
Ongeveer een derde van de alumni gaat na hun opleiding aan de slag in het forensische veld; bij de politie of het NFI. Anderen volgen een klassiek academische onderzoekscarrière via promotietrajecten of krijgen functies bij de overheid en in het bedrijfsleven. Steeds vaker vinden de alumni ook een baan bij de rechtspraak. “Zij kijken met een competente blik naar de rapporten van het NFI en kunnen door hun achtergrond hierover rechters helpen de juiste vragen stellen”, zegt Haker. “Die link met rechtbanken, daar zijn we nu een jaar of drie, vier mee bezig en dat willen we nog verder intensiveren.”
Nieuwe technieken
Naast het ‘afleveren’ van studenten, biedt de opleiding nog meer meerwaarde aan het forensische veld en het NFI in het bijzonder, vindt Haker. “In samenwerking tussen de universiteit en het NFI worden nieuwe onderzoekstechnieken naar de crime scene gebracht. Bijvoorbeeld technieken om sporen te zoeken en bloedvlekken te dateren. Onze studenten werken daar aan mee.”
Terugblikken op de bereikte resultaten is mooi, maar Haker kijkt ook graag vooruit. “We willen de contacten met alle ketenpartners verder versterken en meer investeren in Europese samenwerking met andere masteropleidingen. Daarmee kunnen we onze expertise versterken.”
En is dat moeilijk onder invloed van alle bezuinigingen in de strafrechtsketen? “Ja, de resources staan uiteraard onder druk. Daar moeten we rekening mee houden, ook bij onze partners. We moeten vooral blijven kijken waar we meerwaarde voor elkaar hebben.”