Het Nederlands Forensisch Instituut bestaat 15 jaar. In een reeks verhalen blikken forensisch onderzoekers terug en vooruit op hun vakgebied. In deel drie toxicoloog Klaas Lusthof.
“De apparatuur is veel gevoeliger geworden. Deze kostte vijftien jaar geleden meer dan een miljoen euro.” Toxicoloog Klaas Lusthof wijst op een dichte kast die met veel geraas kleine doses stoffen van elkaar scheidt. “Maar een paar jaar gelden konden we ‘m aanschaffen voor drie ton.”
Natuurlijk verandert er veel in 15 jaar. Veel van de apparatuur van toen is niet meer goed genoeg; een paar oudjes doen nog dienst, zij aan zij met de nieuwste snufjes. Lusthof schetst de huidige stand van zijn vakgebied aan de hand van 3 uitdagingen.
Nieuwe technieken die hun belofte niet helemaal waarmaken
“De afgelopen jaren was het haaronderzoek in opkomst. In haren kan je tot twee jaar terug de aanwezigheid van drugs aantonen, in bloed is dat hooguit twee dagen. Dat leek natuurlijk heel veelbelovend. Maar er zitten ook nadelen aan dit onderzoek. Je weet niet hoe de drug in de haar is gekomen: die kan er ook op gemorst zijn. Bovendien kunnen we niet op een dag en tijd precies aangeven wanneer de drug in het haar is gekomen. Ook dat is een belemmering. We gebruiken het haaronderzoek nu aanvullend op ander onderzoek. En we zijn nog steeds op zoek naar nieuwe matrixen: oogvocht lijkt de nieuwe belofte."
Hoeveel stoffen kun je onderzoeken
“Er zijn miljoenen stoffen op de wereld en iedere stof vereist een andere onderzoeksmethode. We kunnen niet in één onderzoek op alle stoffen toetsen. En dus moet je kiezen. We werken meestal eerst een standaard lijstje af van een paar honderd stoffen. Als we dan niks vinden, gaan we in overleg met de politie. Gebruikte iemand medicijnen, heeft-ie naar bepaalde stoffen gezocht op internet, is hij of zij chemicus? Je moet daarbij op je hoede zijn voor tunnelvisie.”
Gevoelige apparatuur registreert kleinste dosis, maar dat zegt niet altijd wat
“De apparatuur is in vijftien jaar veel gevoeliger geworden. Dat is fijn, maar soms ook lastig. Want zo’n kleine hoeveelheid, bewijst dat bijvoorbeeld dat iemand inderdaad drugs gebruikt heeft? Zou het niet toch een verontreiniging kunnen zijn? Zo klein zijn de hoeveelheden soms. Zo’n dosis betekent langdurig schoonmaken en uitgebreid testen voordat het apparaat klaar is voor een volgend onderzoek.”
Over toxicologie
- In vijftien jaar steeg het aantal toxicologen bij het NFI van drie naar zeven. Het aantal zaken steeg minder hard, maar strengere kwaliteitseisen zorgden ervoor dat er meer tijd nodig was per zaak. Dat geldt zowel voor het labonderzoek als voor de toxicologische rapportage.
- De meeste zaken (jaarlijks 2800) betreffen rijden onder invloed van drugs en alcohol.
- Van de andere aanvragen komt de helft via de pathologen: wordt er geen kogel of iets dergelijks gevonden, dan voeren toxicologen onderzoek uit. Van de 350 secties per jaar zijn er ‘maar’ een handvol moord door vergiftiging. De rest betreft ongelukken met bijvoorbeeld koolmonoxide of een overdosis.
- De andere helft van de ‘overige zaken’ komt rechtstreeks van de politie: bloedmonsters of ander materiaal van slachtoffers of verdachten.