Tekst Ruben Murk
Recent werd een Nederlander geïdentificeerd die sinds eind 2001 was vermist in Australië. Via de internationale politieorganisatie Interpol vroeg de Australische politie hulp bij de identificatie van de man.
In de Nederlandse DNA-databank voor vermiste personen waren DNA-profielen van zijn ouders opgenomen. De combinatie van de DNA-vergelijking en de gebitsstatus maakte duidelijk dat het om de vermiste Nederlander ging. Bij het DNA-onderzoek speelde Bonaparte een belangrijke rol. Interpol ondertekende onlangs een contract om de software de komende jaren te gebruiken.
SMART Research Nijmegen ontwikkelde het Bonaparte samen met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). De software droeg bij aan identificaties in ‘kleine’ zaken, maar ook bij extreme gebeurtenissen waarbij veel slachtoffers vielen. “Een snelle en betrouwbare identificatie levert dan een belangrijke bijdrage aan de verwerking van de gebeurtenissen”, zegt Willem Burgers.
Kans op verwantschap
Zowel bij de vliegramp met MH17 als die in Tripoli in 2010 werd voor de identificatie van de slachtoffers gebruik gemaakt van Bonaparte. Het systeem vergelijkt het DNA-profiel van aangetroffen slachtoffers met dat van familieleden. De familie geeft daarvoor DNA en biologische relatie tot het slachtoffer af. Burgers: “Bonaparte berekent vervolgens de kans op verwantschap tussen de ingevoerde profielen en het profiel van het onbekende slachtoffer.”
Gesloten systeem
De berekening op verwantschap bij een vliegtuigramp kan zo snel, omdat een vliegramp een ‘gesloten systeem’ is. Op basis van de passagierslijsten is eenvoudig vast te stellen wie in het vliegtuig zaten waardoor snel een match tussen de slachtoffers en nabestaanden is vast te stellen. Lastiger wordt het bij onderzoeken zoals bij de identificatie van de vermiste Nederlander in Australië. Hij werd bij toeval onder een boom gevonden en de politie had alleen het vermoeden dat et om een Nederlander of Duitser ging. In dit geval gaf – naast de gebitsstatus – de DNA-databank de do
Blonde Maria
Het contact tussen het NFI en Interpol stamt uit 2013 in de zaak van het blonde meisje Maria dat werd gevonden in een Grieks Roma-kamp. In de zoektocht naar haar identiteit vroeg de internationale politieorganisatie aan lidstaten om DNA-materiaal van mensen die beweerden familieleden van het meisje te zijn. Toen was Interpol nog niet in staat om zulk grootschalig verwantschapsonderzoek zelf te doen en werd het NFI ingeschakeld om de Griekse autoriteiten met het verwantschapsonderzoek bij te staan.
Complexe berekening
Wat de software nog niet kan, is zelf op basis van DNA-profielen een familiestamboom maken. Nu berekent het systeem kansen op verwantschap op basis van een stamboom die is ingevoerd. Andersom, eerst de profielen invoeren en dan Bonaparte de stamboom laten tekenen, is een buitengewoon complexe berekening. Burger: “We hebben wel een poging gewaagd, maar daar moeten we nog eens heel goed over nadenken. Het systeem kan het enorme aantal mogelijkheden nog niet in een acceptabele tijd uitrekenen.”