Tekst Ruben Murk
Bijna 50 TGO-teamleiders van de politie waren onlangs bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) om kennis uit te wisselen zodat beter kan worden samengewerkt. “We zijn soms tot meer in staat dan de politie weet, maar wij kunnen ook veel van de politie leren”, zegt NFI-opleidingscoördinator Jan Blok over het initiatief voor de dag.
Teams grootschalige opsporing (TGO) worden zo’n 100 tot 200 keer per jaar door de politie opgezet om omvangrijke zaken te onderzoeken. Deskundigen van het NFI krijgen de onderzoeksvragen van deze teams in eerste instantie binnen via de forensisch coördinatoren bij de politie.
Blok streeft ernaar dat de TGO-teamleidersdag jaarlijks terugkeert. “Wij als NFI kunnen nog veel leren over het werk van de politie. We begrijpen niet altijd goed wat de context is waarin een onderzoeksvraag ontstaat. Daarom zijn deze dagen zo belangrijk, we raken met elkaar in gesprek. In de toekomst wordt dat denk ik alleen maar belangrijker.”
Zwak bewijs samen sterk bewijs
Maar ook de politie heeft niet altijd een volledig beeld wat het NFI doet en kan. “We zijn inhoudelijk en planning-technisch tot veel in staat, meer dan de politie soms veronderstelt”, zegt Blok. Een voorbeeldzaak tijdens deze dag onderstreepte dat volgens hem. “Slechts 38 procent van de aanwezigen wist dat wij in staat zijn om de bewijswaarde van verschillende sporen te koppelen.”
Blok refereert daarmee aan het Interdisciplinair Forensisch Onderzoek, IDFO. Als het NFI in grote zaken onderzoeksvragen krijgt die betrekking hebben op meerdere onderzoeksgebieden, kunnen IDFO-deskundigen zorgen dat bijvoorbeeld de politie een totaalbeeld krijgt van de gecombineerde bewijswaarde van de verschillende onderzoeksresultaten. “Je kunt heel veel koppelen. Veel zwak bewijs - dat onder de juiste omstandigheden is gekoppeld – kan samen sterk bewijs worden.”
Zaken oplossen
Wieger Harskamp, TGO-teamleider bij de politie in Den Haag, kende IDFO nog niet. “Dat is ook de meerwaarde van zo’n dag. Je blijft op de hoogte van alle nieuwtjes”, zegt hij. “En IDFO is interessant. Zeker in zaken die je denkt niet te gaan oplossen; dan wil je spoortjes niet afzonderlijk onderzoeken, maar weten wat er gebeurd zou kunnen zijn.”
Blok wijst erop dat het daarbij belangrijk is om de juiste onderzoeksvragen te stellen. Vragen die, zeker in de bewijsvoeringsfase, betrekking hebben op een spoor in relatie tot een delictshandeling en niet alleen op de bron van het spoor. “Als je daarover nadenkt, ga je elk rapport beter begrijpen. Betere vragen leveren bruikbaardere conclusies op.”