AMC-promovendus Tristan Krap doet sinds kort onderzoek naar de ontbinding van de kadavers van biggen. Dat moet het in de toekomst eenvoudiger maken om bij personen het tijdstip van overlijden te schatten. @NFI stelde hem vijf vragen.
Waarom is dit onderzoek revolutionair?
“In West-Europa is nog geen locatie waar de ontbinding van kadavers aan de buitenlucht en alle variabelen die daarbij een rol spelen, wordt onderzocht. Voor Nederland geldt bovendien dat Evidence based gegevens over de ontbinding van stoffelijke overschotten ontbreken. Het is erg moeilijk om in te schatten wat exact het tijdstip van overlijden is.”
Waarom biggen?
“Omdat varkens qua anatomie en fysiologie het meest op de mens lijken. Het gaat dan om Sus scrofa domesticus, het gedomesticeerde varken zonder vacht. Eerder is in het buitenland ook onderzoek gedaan naar honden- en rattenkadavers, maar door de vacht is het ontbindingsproces minder vergelijkbaar. Onder andere het aantal haarfollikels is een belangrijke variabele. Overigens worden de biggen niet voor dit onderzoek gedood. We maken gebruik van zogeheten doodliggers uit de varkenshouderij. Daarvan is van tevoren vastgesteld dat ze niet door een ziekte zijn gestorven, want dat zou de betrouwbaarheid van het onderzoek kunnen beïnvloeden.”
Welke omstandigheden zijn van invloed op de ontbinding?
“De belangrijkste variabele voor de ontbinding aan de buitenlucht is het weer. We gebruiken per seizoen vier kadavers, het onderzoek gaat vier jaar duren. Hbo-afstudeerders van onder andere de Hogeschool Van Hall Larenstein en van universiteiten houden per seizoen het proces nauwgezet bij en noteren daarbij de weersinvloeden. Deze zomer was erg droog, je ziet dat dit invloed heeft op de ontbinding. De kadavers mummificeren. Als er daarna een bui overkomt, versnelt het proces weer.”
Waarom worden de varkens niet begraven, dat komt in de forensische praktijk toch vaker voor?
“Er worden ook lichamen buiten gevonden, in struiken of tussen het riet. Onder de grond is de invloed van weersomstandigheden minder ingrijpend, vandaar dat deze onderzoeksvraag ontstond. Mogelijk moet naast de huidige buitenlocatie in Drenthe overigens nog een tweede onderzoekplek komen, bijvoorbeeld in Noord-Holland. Daar waait het frequent en heb je de invloed van de zee. Deze microklimaten kunnen afwijken van de ‘basislijn’ die we de komende jaren gaan ontwikkelen.”
Zijn er naast het weer ook nog andere omstandigheden van invloed op de ontbinding?
“Inderdaad. Kleding is zo’n variabele. Ook maakt het uiteraard verschil of iemand in een tapijt of een stuk plastic is gerold. Maar dat gaan we pas in een later stadium onderzoeken. Dan wordt het ook mogelijk voor de politie om casuïstiek in te brengen, die we op de buitenlocatie kunnen testen. Eerst moeten we de basislijn in kaart brengen, zodat we aan de staat van ontbinding een tijdsinterval kunnen koppelen.”