Tekst Ruben Murk
In veel strafzaken moet de politie steeds meer digitaal onderzoek verrichten. Het stelt hen voor nieuwe uitdagingen, want de gemiddelde hoeveelheid data in een strafzaak verdubbelt iedere 15 maanden. De Nationale Politie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) werkten de afgelopen jaren aan de oplossing: een forensische zoekmachine.
Deze maand nam de Nationale Politie deze zoekmachine - Hansken genoemd – officieel in gebruik. “De samenleving digitaliseert in rap tempo. Dat betekent ook dat de misdaad digitaliseert. Daarop geeft Hansken een antwoord want het zorgt voor een snelle en effectieve verwerking en analyse van enorme hoeveelheden data. Het politievak wordt mede hierdoor toekomstproof gemaakt”, zegt portefeuillehouder Pieter-Jaap Aalbersberg daarover.
Digitaal bewijsmateriaal
Hansken is bedoeld om digitaal bewijsmateriaal dat de politie in beslag neemt - zoals computers, harde schijven, smartphones en servers met internetdata – geschikt te maken om snel, efficiënt en effectief te kunnen doorzoeken. Een rechercheur stelt alle data veilig. Hansken indexeert alle gegevens, ordent en analyseert die en zet het klaar voor de tactisch rechercheur of analist.
Zij kunnen de data eenvoudig doorzoeken en uit deze data belangrijk (ontlastend) bewijs halen. “Door Hansken kunnen we meer zaken aan en bovendien is de kans dat we iets gaan missen vele malen kleiner”, zegt Aalbersberg.
Tijdwinst
Hansken is sneller dan de huidige toepassingen van de politie en dan Hansken’s voorganger Xiraf. Een terabyte aan data verwerkt Hansken in ongeveer een half uur. Bij deze hoeveelheid data moet dat de politie een tijdwinst van 10 tot 12 uur opleveren. Data komt daarmee sneller bij onderzoeksteams te liggen en kan dus sneller in onderzoeken worden gebruikt.
Samenwerking
De politie en het NFI blijven in de toekomst samenwerken om Hansken door te ontwikkelen. “Het NFI is een betrouwbare partner met gedegen kennis en werkzaamheden die de politie ondersteunen. Wij kunnen Hansken nu implementeren omdat we als Nationale Politie nu één omgeving hebben en niet 26 zoals voor de vorming van de Nationale Politie”, legt Aalbersberg uit.
Bovendien – zo stelt de portefeuillehouder – door één politiekorps “zijn we nu veel beter in staat flexibel en sneller in te spelen op criminaliteit en de snelle veranderingen in onze maatschappij. Daarom investeren we in specifieke kennis en kunde en werken we samen met partners zoals het NFI”.