Het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling (LECK) bestond vorige week exact een jaar. “We hebben in het eerste jaar 250 adviezen en consulten gegeven over vermoedens van kindermishandeling. Meestal was er sprake van mishandeling, maar in veel gevallen hebben we ook kindermishandeling kunnen uitsluiten.”

“In 30 procent konden we uitsluiten dat er sprake was van mishandeling."

Aan het woord is kinderarts Elise van de Putte van het Wilhelmina Kinderziekenhuis, één van de artsen van het LECK en tevens voorzitter.

Het LECK is een samenwerkingsverband tussen het AMC Amsterdam, UMC Utrecht, Erasmus MC Rotterdam en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en het enige centrum waar kinderletsels door zowel de curatieve tak (kindergeneeskundigen) als de forensisch medische tak worden beoordeeld. “Is er sprake van een ziekte? Kan letsel zijn veroorzaakt door een ongelukje? Of is het kind mishandeld? Dat onderscheid kunnen de verschillende experts bij het LECK maken”, aldus Van de Putte.

Mishandeling uitsluiten

In het eerste jaar namen artsen 250 keer contact op met het LECK, omdat zij vermoedden dat een kind was mishandeld. “In 30 procent konden we uitsluiten dat er sprake was van mishandeling. En dat is heel belangrijk”, houdt de kinderarts voor. Bij kindermishandeling kunnen allerlei ingrijpende maatregelen worden genomen om het kind veilig te stellen.

“Bijvoorbeeld een uithuisplaatsing. Dan is het heel belangrijk dat je binnen 24 uur weet of het letsel is toegebracht of dat sprake is van mishandeling. De functie die het LECK hierin speelt, is echt heel belangrijk.”

Helaas bleek in de meerderheid van de gevallen toch sprake van mishandeling, constateert Van de Putte. “Bij 60 procent ging het om mogelijke, tot zeer waarschijnlijke mishandeling. In ongeveer 1 op de 10 zaken was nader onderzoek nodig.”

“We zien naar volle tevredenheid dat kinder-,  jeugd en vertrouwensartsen ons goed weten te vinden.”

Bekendheid vergroten

Het LECK wilde in het eerste jaar “in Nederland een duidelijke rol spelen in het duiden van letsels bij het vermoeden van kindermishandeling”. Volgens Van de Putte is dat goed gelukt. “We zien naar volle tevredenheid dat kinder-,  jeugd en vertrouwensartsen ons goed weten te vinden.”

Onder huisartsen zou dat beter kunnen. “Het is juist belangrijk dat zij LECK benaderen bij vermoedens van kindermishandeling. Want de huisartsenpost kan de eerste plek zijn waar mishandelde kinderen binnenkomen. Onze bekendheid willen we dan ook het komende jaar verder uitbouwen."

Onderwijs ontwikkelen

Daarnaast wil het LECK op basis van eigen gegevens meer wetenschappelijke analyses gaan uitvoeren. “Samen met het NFI en een onderwijsstichting willen we zorgen dat we huisartsen en jeugdartsen goed onderwijs kunnen geven. Want kindermishandeling tegengaan begint met het tijdig signaleren en goed interpreteren van letsels.”