Een onbekende verdachte van een dubbele moord op een bejaard Oostenrijks echtpaar in mei dit jaar, is in beeld gekomen doordat zijn DNA-profiel in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken zat. Nederland kon de Oostenrijkse autoriteiten de naam van de verdachte doorgeven, waarna een internationaal opsporingsbevel werd uitgevaardigd.
De Poolse man werd in 2011 in Nederland veroordeeld voor een ernstige mishandeling. Zijn DNA-profiel werd daarna opgenomen in de DNA-databank voor strafzaken. “We wisselen dagelijks met 21 andere Europese landen DNA-profielen uit. Een DNA-profiel van een spoor uit de moordzaak dat door Oostenrijk aan Nederland werd toegestuurd, leverde de match op. De Nederlandse autoriteiten hebben op verzoek van Oostenrijk vervolgens de naam van de man doorgegeven. Ze hebben hem kunnen opsporen en uiteindelijk in Duitsland kunnen oppakken”, vertelt Kees van der Beek.
Hij is de beheerder van de Nederlandse DNA-databank, die is ondergebracht bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). “Inmiddels heeft de man ook een moord in Zweden en een poging tot moord in Oostenrijk bekend.”
Uitwisseling met Verenigd-Koninkrijk
Volgens Britse media woonde de Poolse verdachte ook in het Verenigd-Koninkrijk. In dezelfde pers klinkt daarom nu de roep dat ook het Verenigd-Koninkrijk DNA-profielen gaat uitwisselen met Europese landen. Dat gebeurt op dit moment niet omdat het Verenigd-Koninkrijk zich in 2014 heeft teruggetrokken uit een aantal Europese activiteiten, aldus Van der Beek.
“Wel heeft er onlangs een proef plaatsgevonden om na te gaan of het voor het Verenigd-Koninkrijk nuttig is om alsnog profielen met elkaar te gaan vergelijken. Daarbij heeft Groot-Brittannië vergelijkingen gedaan met Nederland, Spanje, Frankrijk en Duitsland. We hebben een beperkt aantal profielen naar elkaar toegestuurd, maar dat leverde wel een groot aantal matches op.”
Van der Beek verwacht dan ook dat Groot-Brittannië zich op korte termijn weer aansluit bij de zogenoemde Prüm-besluiten, die de internationale vergelijkingen mogelijk maken.
Vaker internationale matches
De DNA-databank voor strafzaken was tot en met november 2015 al goed voor ongeveer 65.000 aan OM en politie gerapporteerde matches. Ongeveer 13 procent daarvan kwam tot stand na een internationale match met een DNA-profiel in een buitenlandse databank. Daarnaast blijkt dat ongeveer 4 procent van de sporen in de Nederlandse DNA-databank afkomstig is van personen die ook elders in Europa misdrijven plegen. De grensoverschrijdende criminaliteit blijkt vooral in Limburg relatief hoog, zo concludeerden onderzoekers van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving en het NFI. “Het gaat in deze gevallen vooral om lokale criminelen die in Nederland en soms ook over de grens DNA achterlaten”, aldus Van der Beek. “Maar er zijn voorbeelden bekend van criminelen die in 7 of 8 databanken staan. Het is moeilijk om daar conclusies aan te verbinden. Maar het zegt in ieder geval dat ze in die landen actief zijn geweest.”