Tekst Christel van der Meer
‘Komt ie…….. BAM!’ Met uiterste precisie schiet wapendeskundige Benno Jacobs van het NFI met een Walter P5 een kogel in de oude grijze Opel Astra stationwagen. Normaal gesproken onderzoekt hij schietincidenten, maar vanavond is hij zelf de schutter. Zo’n vijftien kogels schiet hij op de auto voor de cursus Schotbeschadigingen op de plaats delict (PD). Een dag later is het aan de Forensische Opsporing (FO) van de politie om de kogelgaten te bekijken en beoordelen. Kunnen zij op basis van de beschadiging achterhalen waar de schutter stond?
Jacobs schiet niet in het wilde weg op de stationwagen, maar neemt hier schot voor schot de tijd voor. Zijn collega Marlies Bestebreurtje en hij bepalen van te voren nauwkeurig vanuit welke hoek hij gaat schieten. Daar is tijd voor nodig. Het is niet een kwestie van zo maar even wat kogels afvuren op de auto. Bovendien moet dit ook veilig gebeuren. De aanwezige collega’s op de schietbaan dragen allemaal gehoorbeschermers, een veiligheidsbril en staan achter Jacobs terwijl hij schiet.
Geodriehoek
Op de grond van de schietbaan staat met zwarte lijnen een rechthoek waar de auto precies tussen staat. Met een geodriehoek tegen deze zwarte lijn aan bepalen de twee wapendeskundigen de horizontale hoek: hoeveel graden ten opzichte van de zijkant van de auto gaat Jacobs schieten? Aangezien een kogel ook van boven naar beneden, of andersom geschoten kan worden, houden ze ook de verticale hoek bij door middel van een hoekmeter. Vlak voor Jacobs een kogel afvuurt, plaatst zijn collega deze magnetische hoekmeter op de loop van het wapen om ook deze hoek te registreren. “Al deze hoeken leggen we vast, zodat we de uitkomsten van de FO’ers met onze cijfers kunnen vergelijken”, legt Bestebreurtje uit.
De auto telt zo’n vijftien kogelgaten. Wat je uit deze beschadigingen kunt afleiden, vertelt Jacobs in onderstaande video.
In kleine groepjes kijken de FO’ers een dag later naar de schotbeschadigingen. “Ze hebben het heel goed gedaan”, vertelt Bestebreurtje na de cursus. Twee schotbeschadigingen bleken een uitdaging. “We hadden één kogel onder een flauwe hoek op het portier van de bijrijder geschoten, die ketste daarop af en kwam in de openstaande achterdeur terecht”, schetst Jacobs. Toen de cursisten de auto bekeken, was de deur echter dicht. Een extra hindernis, maar ook een waar op een echte PD rekening mee gehouden kan worden. “In eerste instantie werd niet ontdekt dat die twee beschadigingen bij elkaar hoorden. Maar met een kleine tip en door met elkaar in gesprek te gaan, kregen ze het toch door”, zegt Jacobs.
'Meer inzicht'
“Dit was inderdaad een lastige”, erkent cursist Mark van Doorn, FO’er bij de politie Oost-Nederland. “Je ziet dat je naast kennis ook wel een bepaalde ervaring nodig hebt om schotbeschadigingen te herkennen.” Bij zijn opleiding was zeker aandacht voor schotbeschadigingen, maar deze cursus is volgens hem een goede aanvulling op de praktijk. “Je krijgt nog meer inzicht in hoe je een schotbeschadiging op een PD onderzoekt en hoe je deze vastlegt. Dat maakt dat je je nog zekerder voelt”, vertelt hij.
Twee keer per jaar geeft het NFI training aan FO’ers over hoe ze een schotbeschadiging kunnen herkennen en interpreteren. “Zij staan veel vaker op een plaats delict dan wij. Het is belangrijk dat ze weten hoe een schotbeschadiging eruitziet en ook hoe je deze goed vastlegt”, vertelt Jacobs. Dat laatste is van belang voor de reconstructie van misdrijven. Daar wordt geprobeerd te achterhalen wat zich mogelijk tijdens een schietincident heeft afgespeeld. “Vervolgens kan de politie onze bevindingen toetsen aan de verklaringen van bijvoorbeeld getuigen, slachtoffers en verdachten.”
Meer weten? Lees 'Waar stond de schutter?' in een eerdere editie van de @NFI