Tekst Ruben Murk

Wanneer en hoe zijn sporen op een plaats delict gekomen? Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) ontwikkelt methoden om uitspraken te doen om deze vraag te helpen beantwoorden. Nuttig voor het OM, zegt officier van justitie Wouter van Schaijck. “Maar we vragen ons wel altijd af; hoe sterk is dit bewijs.”

"Juist daarom betrekt het NFI de politie en het OM zoveel mogelijk bij het bedenken van innovaties. En daarin slaagt het instituut steeds beter.

Na een overval op een juwelierszaak wordt een bivakmuts gevonden. Het DNA-spoor geeft een match, maar de verdachte ontkent: de muts is vast op een andere manier in aanraking gekomen met zijn speeksel. Hij komt namelijk vaak in de buurt van de plaats delict en heeft de gewoonte om regelmatig op straat te spugen.

Waar, wanneer en hoe

Hoe goed past een sporenbeeld bij een verklaring? Het is een vraag die officier van justitie Van Schaijck herkent. Onlangs was hij op een mini-symposium ‘Beyond the Source’ van het NFI over dit onderwerp. De forensische onderzoekers wisselden ervaringen uit met collega’s uit het Zwitserse Lausanne en zochten naar mogelijkheden tot samenwerking.

Ook de delegatie van de Universiteit van Lausanne  doet onderzoek naar methoden om beter antwoord te geven op de vragen  wanneer en hoe een misdrijf plaatsvond, als aanvulling op de vraag van wie of wat een spoor afkomstig is.
 

Waarschijnlijkheid

“Een boeiende benaderingswijze”, zegt de officier van het parket Amsterdam, “maar ook complex”. Juist daarom betrekt het NFI de politie en het OM zoveel mogelijk bij het bedenken van innovaties. En daarin slaagt het instituut steeds beter, vindt de officier, die lid is van de Stuurgroep Keteninnovatie.

“Het OM kijkt anders naar innovaties dan de politie, die vooral de opsporing wil verbeteren. Wij vragen ons bij alles af: hoe sterk is dit bewijs?”, zegt Van Schaick. “Door ons vanaf het begin mee te nemen, sluiten innovaties beter aan op onze praktijk.”

“En daarbij blijven we politie en OM nauw betrekken, want op die manier kunnen alle partijen hiervan profiteren.”

Samenwerking

Die nauwe samenwerking met politie en OM is van groot belang, beaamt ook programmamanager Reinoud Stoel van het NFI. Hij organiseerde het mini-symposium om kansen te zoeken voor samenwerking met de wetenschappers uit Lausanne.

En die kansen liggen er zeker. “Op gebied van DNA, microsporen en Bayesiaanse netwerken gaan we verschillende gezamenlijke activiteiten ontplooien”, legt Stoel uit. “En daarbij blijven we politie en OM nauw betrekken, want op die manier kunnen alle partijen hiervan profiteren.”