Komen de hulzen uit één of twee vuurwapens? Het is een heldere onderzoeksvraag. Maar als een forensisch onderzoeker weet dat de hulzen van twee plekken komen, kan dat zijn kijk op de zaak onbewust beïnvloeden.
Getuigen zien een man door de straat rennen, gevolgd door een andere persoon met vuurwapen. De schutter vuurt op het slachtoffer, maar die rent een andere straat in. Daar valt opnieuw een schot en het slachtoffer overlijdt aan zijn verwondingen. De hulzen van het vuurwapen liggen verspreid in twee straten.
De politie vraagt een vergelijkend hulsonderzoek aan: zijn de hulzen verschoten met één of twee vuurwapens? De onderzoeker ontvangt ook verklaringen van ooggetuigen. Die menen maar één schutter te hebben gezien. Die informatie is uiteraard belangrijk in de rechtszaal, maar kan onbewust het onderzoek beïnvloeden.
Onbevooroordeeld
Informatie die er niet toe doet, maar wel de uitkomst van een forensisch onderzoek kan beïnvloeden: forensisch onderzoekers schakelen deze ‘ruis’ graag uit. Het NFI heeft strakke procedures om beïnvloeding bij vergelijkend onderzoek te voorkomen. Alleen informatie die belangrijk is voor de onderzoeksvraag gaat naar de onderzoeker. De andere informatie wordt pas na de vergelijking vrijgegeven.
Volgens Erwin Mattijssen, forensisch deskundige wapens en munitie van het NFI, is het belangrijk dat onderzoekers zich bewust zijn van de invloed van zogeheten contextinformatie. Als er een aanvraag binnenkomt, beoordeelt een collega (de contextmanager) welke informatie noodzakelijk is voor het onderzoek.
De onderzoeker kan zich dan exclusief richten op bijvoorbeeld de sporen in de hulzen, zegt Erwin Mattijssen. “Zo kan hij onbevooroordeeld het vergelijkend onderzoek uitvoeren.” Natuurlijk, in de rechtszaal is álle zaaksinformatie van belang, beaamt de deskundige. “Maar een forensisch onderzoeker moet enkel op basis van zijn deskundigheid conclusies trekken.”
Voorop lopen
Contextmanagement is belangrijk, want beïnvloeding ligt volgens Reinoud Stoel, teamleider forensische statistiek bij het NFI, op de loer. “Kennis van niet-noodzakelijke informatie, bijvoorbeeld over de mogelijke verdachte, kan de onderzoeker in een bepaalde richting sturen. Dit soort sturing voorkomen we met contextmanagement.”
Het NFI loopt wereldwijd voorop met contextmanagement. Volgens Stoel krijgt het werken volgens deze procedure ook internationaal steeds meer aandacht. “Begrijpelijk, want contextmanagement draagt bij aan het waarborgen van de onafhankelijkheid van het vergelijkend onderzoek.”