In de Burgerzaal van de gemeente Schouwen-Duiveland is dinsdagavond 14 januari een besloten voorlichtingsbijeenkomst voor nabestaanden van de Watersnoodramp.

In een landelijk project willen gemeenten, politie en NFI met hedendaagse technieken onbekende doden hun naam teruggeven. Nog niet alle slachtoffers van de ramp in Zeeland (1953) zijn geïdentificeerd.
 

“Een graf met een naam is beter dan een naamloos graf.”

“Een graf met een naam is beter dan een naamloos graf.” Dit zei burgemeester Gerard Rabelink van Schouwen-Duiveland toen het onderzoek naar onbekende slachtoffers van de Watersnoodramp in september startte.

Carla van Dongen, DNA-verwantschapsdeskundige en leider van het onderzoek bij het NFI: “Sommige botten en tanden van onbekende slachtoffers waren goed geconserveerd, zodat we daar een volledig DNA-profiel uit konden halen. Het is heel bijzonder dat we uit zulke oude botten en tanden een DNA-profiel kunnen halen!”

Alles uit de kast

Waar dat niet lukte, verricht het NFI nu extra onderzoek, om alsnog een DNA-profiel te krijgen. Van Dongen: “We halen alles uit de kast, zetten alle nieuwe technologie in, die we tot onze beschikking hebben.”

Zodra het NFI erin slaagt een DNA-profiel uit een monster te halen, dan kan dat vergeleken worden met DNA-materiaal van nog levende familieleden én met andere gevonden slachtoffers. Volgens Van Dongen komt het vergelijkingsmateriaal van familieleden (wangslijmvlies) gestaag binnen.

“We halen alles uit de kast, zetten alle nieuwe technologie in, die we tot onze beschikking hebben.”

Bonaparte

Het zoeken naar verwantschap tussen DNA-profielen van verschillende personen en familieleden gebeurt met speciale software. Deze software heet Bonaparte. Met Bonaparte wordt geprobeerd om de slachtoffers te identificeren door middel van verwantschapsberekeningen met de DNA-profielen van de familieleden en de slachtoffers.

De politie en het Landelijk Bureau Vermiste Personen presenteren komende dinsdag met het NFI de resultaten van het identificatieonderzoek tot nu toe: welke resultaten zijn er tot nu toe verkregen en wat is nog nodig om tot de juiste identificaties te komen?

Nabestaanden van ongeïdentificeerde rampslachtoffers die zich bij de politie melden kunnen wangslijmvlies afstaan. Daaruit vervaardigt het NFI een DNA-profiel. Die DNA-profielen (referentiemateriaal) worden vergeleken met de profielen van de ongeïdentificeerde personen in de DNA-databank voor Vermiste Personen.