In de nacht van woensdag 25 februari op donderdag 26 februari vond de 25.000e match plaats in de internationale DNA-databank. Deze databank vergelijkt DNA van Nederlandse sporen en personen met DNA-profielen uit twintig EU-landen. Vijf vragen aan beheerder Kees van der Beek.
Een nieuwe match, wordt u daar na 25.000 keer nog blij van?
“De matches zijn niet allemaal even interessant, maar soms zijn er uitschieters die wel leiden tot het oplossen van misdrijven en opsporingszaken. Zo hadden we in 2013 het jongetje dat in Roermond te vondeling werd gelegd. Het baby’tje zat in een handdoek gewikkeld, waarop het DNA-profiel van zijn moeder werd aangetroffen. In de Duitse DNA-databank werd een match gevonden met een profiel dat afkomstig was van een handdoek waarin in 2011 in Duitsland een meisje was achtergelaten. Dankzij deze internationale match weten we dat de vondelingen broer en zus van elkaar zijn.”
Hoe werkt dat, het internationaal vergelijken van profielen?
“De vergelijkingen verlopen volledig automatisch. Elke nacht worden alle nieuwe en gewijzigde DNA-profielen uit de databank verstuurd naar de databanken van de twintig andere landen. Daar worden ze vergeleken. Het resultaat van de vergelijking komt ook weer automatisch terug. De volgende ochtend kunnen beide landen de het resultaat bekijken. De andere landen doen hetzelfde, dus je ziet 's ochtends niet alleen de matchresultaten van de profielen die je zelf hebt uitgestuurd, maar ook de matchresultaten van de DNA-profielen die de andere landen aan Nederland hebben gestuurd.”
Wat gebeurt er vervolgens met zo’n internationale match?
“Niet alle matches zijn even relevant voor Nederland. We hebben daarom afspraken gemaakt met het OM welke matches we wel en welke we niet rapporteren. Van de 25.000 internationale matches zijn er 7326 gerapporteerd aan het OM en de politie. Op basis van de match kunnen zij hun onderzoek vervolgen.”
Het aantal matches, zowel nationaal als internationaal, groeit. Hoe komt dat?
“Er worden steeds meer DNA-profielen toegevoegd aan de DNA-databanken. Daardoor neemt de kans toe dat er een match ontstaat. Internationaal gaan ook steeds meer landen deelnemen aan de vergelijkingen.”
Waarom is de Nederlandse databank niet gekoppeld aan alle Europese databanken?
“Sinds 2008 vergelijken we de Nederlandse DNA-profielen met die van een toenemend aantal Europese landen. Op dit moment zijn dat er twintig, maar het moeten er 27 worden. Ook de niet EU-landen Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein mogen meedoen en de eerste twee hebben al aangegeven dat ook te willen.”