Tekst Ruben Murk
Slijmdiertjes onderzoeken om te achterhalen hoe lang een stoffelijk overschot ergens ligt. De Zwitserse forensisch bioloog Ildikò Szelecz zegt dat dit mogelijk is. Ze publiceerde haar onderzoek onlangs in het wetenschappelijke tijdschrift Forensic Science International.
Szelecz ontdekte dat onder de kadavers van varkens slijmdiertjes op enig moment waren verdwenen. Na verloop van tijd herstelde de populatie zich. Dat biedt volgens haar een potentiële mogelijkheid om aan de hand van de omvang van de populatie een stoffelijk overschot te dateren. Een vijfjarig onderzoek moet de nodige vragen beantwoorden.
Bioloog Monique Wesselink van het Nederlands Forensisch Instituut reageert op de ontwikkeling.
Wat zijn slijmdiertjes eigenlijk?
“Slijmdiertjes zijn micro-organismen. Wij zien ze als niet bijster intelligent. Ze leven, eten en planten zich voort. Het is wel een van de simpelste beestjes die zich kan verplaatsen om naar voedingsstoffen toe te gaan.”
Ben je bekend met dit onderzoek?
“We hebben contact met het laboratorium dat dit onderzoek uitvoert. We zitten beiden in een Europese werkgroep die jaarlijks bij elkaar komt. In deze werkgroep wisselen we kennis uit over technieken en organismen waarmee wetenschappers werken. Een aantal jaar geleden heb ik voor het eerst gehoord van dit onderzoek naar deze amoeben, die we ook slijmdiertjes noemen.”
Waarom gebruiken de onderzoekers kadavers van varkens?
“Het gewicht van varkens en van mensen komt overeen en het proces van vergaan en ontbinden lijkt ook op elkaar. Ik kan me voorstellen dat dat een rol speelt.”
Staat deze ontwikkeling nog in de kinderschoenen?
“Het idee om te zoeken naar veranderingen aan de hand van micro-organismen is niet nieuw. Dat wordt al langer gedaan. Dit onderzoek is interessant, maar het vraagt heel specialistische kennis. Er zijn maar weinig mensen getraind in het herkennen van amoeben.”
Maakt dat een forensische toepassing lastig?
“De onderzoekers moeten waarschijnlijk nog veel onderzoek verrichten. Het gaat om een klein organisme, de grootste soort is net met het oog zichtbaar. De vraag is hoe identificeer je de beestjes en hoe stel je ze veilig? En als blijkt dat je geen amoeben in je potje hebt, hoe komt dat dan? Omdat ze er niet waren of omdat ze zijn opgegeten door andere organismen?” “Maar ook met andere factoren moet je rekening houden. Je moet bijvoorbeeld weten welke hoeveelheid slijmdiertjes in de grond op een bepaalde locatie normaal is.”
Onderzoekt het NFI ook micro-organismen in bepaalde zaken?
“Het NFI doet onderzoek naar schimmels en bacteriën. Bij grondvergelijkingsonderzoek kunnen we naast de chemische samenstelling van grond en de aanwezigheid van stuifmeel, ook kijken naar de bacteriën die in de grond zitten. Zo hebben we eens kunnen aantonen dat een man in een park was geweest waar een vrouw was misbruikt. Op zijn schoenen zaten grondvlekken, die qua samenstelling - onder andere bacteriën - overeenkwamen met grondvlekken op de broek van de vrouw.”