Tekst Ruben Murk

NFI-wetenschapper Didier Meuwly is een van de zes bijzonder hoogleraren die het NFI heeft. Eind vorig jaar werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar forensische biometrie aan de Universiteit van Twente.

"Het NFI streeft kwaliteit na, maar dat is niet voldoende."

Het NFI hecht veel waarde aan samenwerking met universiteiten en de positie van bijzonder hoogleraar die de zes wetenschappers vervullen. Maar waarom is dat zo belangrijk voor een forensisch instituut? Meuwly legt het uit.
 

Kennis

De ontwikkelingen binnen het forensisch onderzoek volgen zich in een steeds hoger tempo op. Tot 25 jaar geleden werden vingersporen gezien als het belangrijkste forensisch bewijs. De laatste decennia bieden nieuwere of verfijndere technieken steeds meer mogelijkheden om andere forensische sporen te onderzoeken “Denk in het bijzonder aan het profileren van DNA en digitale technologieën. Die zijn naast vingersporen ook van groot belang voor de opsporing van verdachten of de bewijsvoering in de rechtszaal.” 

Een deel van het budget van het NFI wordt gebruikt voor research & development. “Stop je met innovatie, dan houdt het heel snel op”, illustreert Meuwly. Waarmee hij wil zeggen dat – wanneer forensische instituten niet innoveren – de methodes snel uit de pas raken met de ontwikkeling van criminele activiteiten.

Solide

Het NFI wil zijn forensisch onderzoek wetenschappelijk verankeren. Nieuwe methodes of technieken moeten dan ook solide zijn, voordat we ze kunnen gebruiken. “Het NFI streeft kwaliteit na, maar dat is niet voldoende. Het moet voor de buitenwereld aantoonbaar zijn door de methodes te valideren en dat vast te leggen in een rapport”, zegt Meuwly.

De NFI-hoogleraren moeten een brug slaan tussen de academische kennis op de universiteiten en de forensische expertise binnen het NFI. De wetenschappelijke wereld is bovendien veel breder dan de forensische wereld. Dat biedt kansen en die moet je pakken.

"Het NFI moet via de hoogleraren gebruikmaken van de toptalenten op universiteiten."

Raketten

Daarnaast, zo houdt Meuwly voor, moet het NFI via de hoogleraren gebruikmaken van de toptalenten op universiteiten. “Zij hebben nieuwe inzichten en goede ideeën. Naarmate mensen ouder worden neemt dat af”, stelt hij. “Jonge mensen zijn de raketten die ver kunnen reiken. De oudere mensen bieden hun lanceerplatformen, zodat de jongere generatie in de juiste baan terechtkomt.”