Tekst Ruben Murk
De politie maakt al gebruik van infraroodcamera’s, bijvoorbeeld om vanuit de lucht informatie te vergaren. Maar de camera’s bieden op termijn misschien nog meer kansen voor de opsporing. Een student van de Hogeschool van Amsterdam krijgt bij het NFI de ruimte die te verkennen.
Warmtecamera’s zijn nu nog relatief duur en groot en de resolutie ten opzichte van gewone camera’s is nog laag. Maar in vergelijking daarmee hebben infraroodcamera’s ook een groot voordeel: ze zijn niet afhankelijk van voldoende licht.
Pinautomaat
Gewone camera’s zijn wel gevoelig voor licht en bij gebrek daaraan kunnen de beelden onbruikbaar blijken. Het is een bekend probleem, maar dat wil niet zeggen dat binnen afzienbare tijd beveiligingscamera’s worden vervangen door infraroodcamera’s. Naast de opsporing worden ze bijvoorbeeld ook in de bouw gebruikt om de isolatie van huizen te controleren.
Maar zouden ze ook kunnen worden ingezet om bijvoorbeeld een skimmer bij een pinautomaat te kunnen herkennen?
Boom
Mensen stralen altijd warmte uit omdat ze warmbloedig zijn. Infraroodcamera’s kunnen die warmte meten en zo bijvoorbeeld mensen onderscheiden van hun omgeving. Maar met zo’n camera kun je verder ‘inzoomen’: de camera kan ook de verschillende temperaturen van het gezicht vastleggen. Zo is de neus kouder dan het gebied rond de ogen en zijn de wangen kouder dan het voorhoofd.
Dat komt door het onderhuidse stelsel van bloedvaten dat de warmte verspreidt. Het vatenstelsel vertakt zich als een boom van groot naar klein, waardoor op de ene plaats een grotere concentratie bloed aanwezig is dan op een andere plaats. Omdat ieder gezicht uniek is, levert dat een uniek ‘thermisch patroon’ op.
Als je een databank opzet met thermische patronen, zouden er vergelijkingen kunnen worden gemaakt.
Zon en inspanning
Dat is nog toekomstmuziek, maar brengt ons wel op het onderzoek van Derrel Garcia, bij de afdeling Digitale Technologie en Biometrie. Er moet namelijk eerst meer duidelijkheid komen over informatie die de camera oplevert. Garcia onderzoekt welke invloed verschillende factoren hebben op het thermisch patroon. Want wat gebeurt er bijvoorbeeld als iemand een tijdje in de zon heeft gezeten? Warmt een gezicht zo veel op, dat een vergelijking in een databank nog wel tot de mogelijkheden behoort?
Of hoe goed zichtbaar is het thermisch patroon nog als iemand zich fysiek heeft ingespannen? “We lieten bij het NFI mensen de trap op rennen en maakten vervolgens een warmtefoto. Het bleek dat hun gezicht was afgekoeld. De bloedvaten gaan bij inspanning namelijk verder open staan en laten meer bloed doorstromen, om warmte af te drijven.”
Garcia verwacht zijn verkennende onderzoek voor de zomer te hebben afgerond.