Tekst Ruben Murk
Meestal liggen ze lui op de bank. Ze komen er wel eens vanaf, maar eigenlijk alleen om te eten of om op een andere plek weer neer te ploffen. Niets wijst erop dat deze katten helpen bij het bestrijden van de misdaad.
Maar niets is minder waar. Zojuist is bij hen wangslijm afgenomen, waaruit experts van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) DNA kunnen halen en opslaan in een databank. Die gegevens kunnen een rol spelen in een strafzaak waarbij op het slachtoffer of bij de verdachte een kattenhaar is gevonden.
Raskatten
Bioloog Monique Wesselink van het NFI verzamelt met haar collega’s niet alleen wangslijm van katten, maar ook van honden en paarden. In de database staan ongeveer honderd profielen van ‘huis-, tuin- en keukenkatten’. Maar er is ook een database met DNA-profielen van raskatten. In de ‘hondendatabase’ staan meer dan honderd profielen.
Omdat in Nederland miljoenen honden en katten leven en hun haren overal kunnen achterblijven, kunnen de dieren belangrijke sporen achterlaten. Ter illustratie plukt Wesselink een aantal haren van haar kat van haar kleding.
De databases bij het NFI werden enkele jaren geleden opgezet en medewerkers van het NFI werd gevraagd om een DNA-swab af te nemen van hun huisdier. “De databases zijn inmiddels groot genoeg voor de toepassing waar wij ze voor willen gebruiken”, zegt Wesselink.
Stoffelijk overschot
Maar hoe kunnen die profielen een rol spelen in een misdrijf, waarbij bijvoorbeeld iemand om het leven is gebracht? Stel dat op een plaats delict een stoffelijk overschot wordt aangetroffen, met op de kleding haren van een kat. Dat is opmerkelijk, want de politie weet dat het slachtoffer helemaal geen katten had.
Rechercheonderzoek brengt een verdachte in beeld. Deze verdachte heeft een kat. Door DNA uit de celkern van de kattenhaar te halen en deze te vergelijken met de gegevens uit de database, kunnen Wesselink en haar collega’s iets zeggen over hoe waarschijnlijk het is dat beide kattenharen van dezelfde kat zijn.
Zeldzaam
De databank mag niet worden gebruikt voor een ‘match’, legt Wesselink uit. Het is dus alleen maar bedoeld om de zeldzaamheid van een aangetroffen haar te bepalen. Deze databank verschilt dus van de DNA-databank voor strafzaken, waarin profielen van sporen en personen worden bewaard. In deze databank vinden juist vergelijkingen plaats om een match te vinden in een strafzaak.
De gegevens in de kattendatabank zijn geanonimiseerd. “In onze rapportages geven we een waarschijnlijkheid aan. Dankzij de databank kunnen we bepalen hoe uniek een kattenhaar is.”