Tekst Ruben Murk
Vraag mensen of je hen een blauwe plek op de onderarm mag bezorgen en je krijgt waarschijnlijk een hoop gefronste wenkbrauwen. Maar gaat het om een bijdrage aan de wetenschap, dan blijkt de bereidheid binnen het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) groot.
Medisch forensisch onderzoekers van het NFI komen regelmatig blauwe plekken tegen. Stoffelijke overschotten kunnen blauwe plekken hebben, maar ook nog levende slachtoffers van een geweldsmisdrijf worden hierop regelmatig onderzocht. Die blauwe plekken kunnen iets vertellen over wat er is gebeurd.
Maar hoe lang zijn die blauwe plekken zichtbaar? Blijven ze vooral lang zichtbaar bij kunstlicht of met behulp van een forensische lichtbron? En wat is de invloed van bijvoorbeeld het huidtype, de leeftijd, het geslacht of de conditie van het slachtoffer? Een onderzoek van Maud van Velthoven, student aan de Hogeschool van Amsterdam, moet na de zomer antwoorden op die vragen opleveren. Ze werkt bij de fotodienst van de afdeling Medisch Forensisch Onderzoek aan haar afstudeeropdracht.
Proefpersonen
Van Velthoven hoopt de komende maanden zeker 70 collega’s een blauwe plek te bezorgen. En bij iedereen gebeurt dat op exact dezelfde manier, om zo de beste testresultaten te halen. Terwijl een ‘proefpersoon’ zit, wordt op de binnenzijde van zijn of haar onderarm een buis geplaatst. Daarin wordt een metalen cilinder met een stomp uiteinde geplaatst met een gewicht van 400 gram. Vanaf een hoogte van exact 1 meter valt – altijd met dezelfde snelheid – de cilinder halverwege op de buigzijde van de onderarm van het ‘slachtoffer’.
Op zeven verschillende tijdstippen maakt Van Velthoven dan een foto van de onderarm, zowel bij kunstlicht als met behulp van een forensische lichtbron. De eerste foto wordt direct geschoten, na ongeveer zes uur volgt de tweede en de derde na 24 uur. Daarna volgen nog foto’s na 48 uur, na een week, na twee weken en na drie weken. Daarnaast moeten de proefpersonen vragen beantwoorden zoals: hoe oud ben je, ben je man of vrouw en hoe vaak sport je?
Zichtbaar maken
Al die gegevens moeten uiteindelijk dus leiden tot antwoorden op de vraag hoe lang blauwe plekken zichtbaar blijven en hoe ze het beste zichtbaar kunnen worden gemaakt. “Het is een gecontroleerde methode die onder meer kan helpen bij het beter onderbouwen wat de meerwaarde van forensisch licht is”, legt Huub Nijs het doel van het onderzoek uit. Nijs is forensisch arts bij het NFI.
Maar niet alleen het NFI kan profiteren van de uitkomsten. Het NFI werkt nauw samen met Richelle Hoveling en Maurice Aalders van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Zij kunnen de door Van Velthoven ontwikkelde methode gebruiken bij hun onderzoek naar datering van blauwe plekken met behulp van spectrale fotografie.