Tekst Vera Schijve

De Raad voor de rechtspraak heeft na een geslaagde proef besloten tot 2015 forensisch medewerkers bij zes rechtbanken en vier gerechtshoven aan te stellen. Zij helpen rechters en juridisch medewerkers forensisch bewijs beter te begrijpen. Vaak gaat het om de onderzoeksrapporten van het NFI.

"De beta’s van het forensisch onderzoek en de alfa’s in de rechtszaal spreken niet dezelfde taal. Toch zijn ze tot elkaar ‘veroordeeld’."

De beta’s van het forensisch onderzoek en de alfa’s in de rechtszaal spreken niet dezelfde taal. Toch zijn ze tot elkaar ‘veroordeeld’ want belangrijk bewijsmateriaal komt in de vorm van een NFI-rapport  ‘onder de hamer’ van de rechter.

De rechterlijke macht zet nu extra mensen in om binnen de eigen gelederen een andere manier van kijken en denken bij te brengen. Het NFI spant zich op zijn beurt in om én naar wetenschappelijke maatstaven te werken én de conclusies zo begrijpelijk mogelijk te maken voor juristen.

"Dat maakt het voor de lezer van het NFI-rapport moeilijk te begrijpen, wordt zelfs ervaren als ‘abracadabra’."

Abracadabra

Het NFI rapporteert altijd in termen van waarschijnlijkheid, nooit in absolute uitspraken. Dat maakt het voor de lezer van het NFI-rapport moeilijk te begrijpen, wordt zelfs ervaren als ‘abracadabra’. Zowel aan de kant van de rechterlijke macht als van het NFI zijn er inspanningen om die kloof te overbruggen.

Forensische Expertise is een basiscursus voor Openbaar Ministerie en rechtspraak. In de cursus Bayesiaans rapporteren wordt dieper ingegaan op de waarde van forensisch onderzoek en de wijze waarop het NFI rapporteert.

Voor strafrechtadvocaten organiseert het NFI de introductiecursus Forensisch Technisch Bewijs. Daarna kunnen advocaten de verdiepingsmodule Forensisch DNA-onderzoek volgen.

Het NFI probeert met scholing en publicaties de forensische wetenschap begrijpelijker te maken voor niet-forensisch onderzoekers.