Tekst Ruben Murk

Forensische laboratoria moeten blijven innoveren om de forensische mogelijkheden en de kwaliteit van producten te vergroten en de levertijden ervan te reduceren. “Maar daarbij moeten we vooral kijken waar de behoeften van de klanten liggen”, bepleit NFI-wetenschapper Arian van Asten.

"De vraag is: Brengt kwantiteit ook kwaliteit?"

Zijn visie op innovatie bij forensische laboratoria werd onlangs gepubliceerd in het vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift Science and Justice. Daarin zet Van Asten uiteen waaraan een forensische innovatie moet voldoen.
 

Buurman

Van Asten neemt ons eerst zeven jaar mee terug in de tijd. Toen kampte ook het Nederlands Forensisch Instituut met lange levertijden. Op de plank lagen meer dan 15.000 zaken te wachten om te worden opgepakt. Inmiddels is de wachtrij weggewerkt en is de levertijd teruggebracht met 90 procent. In tegenstelling tot labs in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Daar lopen de levertijden soms nog op tot twee jaar.

De kunst is alleen datgene te onderzoeken wat echt nodig is en rekening te houden met de ‘buurman’, andere opdrachtgevers die ook onderzoek hebben aangevraagd. Want alles onderzoeken levert te veel werk op. “De kunst is ook na te denken wat de gevolgen zijn voor andere zaken. En de vraag is: Brengt kwantiteit ook kwaliteit? Het antwoord is nee.” 

Worstelen

Het is Van Asten wel duidelijk waarom onderzoekers en aanvragers worstelen bij het maken van scherpere onderzoekskeuzes. “Het gaat echt ergens om. Het is niet alleen vreselijk als een onschuldige vast komt te zitten. Het is ook vreselijk als een schuldige vrijuit gaat omdat het onderzoek niet goed was. Dit geeft een begrijpelijke reactie om alle sporen uitputtend forensisch te onderzoeken, hoe klein de kans op succes ook is”, zegt hij.

In Science and Justice stelt Van Asten dat forensische laboratoria juist keuzes moeten maken om snel betrouwbare informatie te leveren aan politie, justitie en daarmee indirect aan rechters die een oordeel moeten vellen over een zaak.  Van Asten: “Laboratoria moeten dat als hun centrale taak zien. Ze zijn als het ware wetenschappelijke informatieleveranciers. Innovatie moet daarom gericht zijn op het voortdurend vergroten van de waarde van die forensische informatie.”

"Innovatie moet gericht zijn op het voortdurend vergroten van de waarde van die forensische informatie."

Klant is koning

Van Asten stelt vijf factoren voor die forensische labs zouden helpen bij het besluit of ze willen investeren in een innovatieproject. De innovatie moet aan minimaal een van de volgende factoren voldoen:

  • leiden tot snellere levering van onderzoeksresultaten
  • zorgen voor minder fouten en dus meer kwaliteit
  • relevantere informatie opleveren
  • sterker bewijs kunnen opleveren
  • de kosten van het zaakonderzoek reduceren

Maar de labs – en dus ook het NFI – moeten vooral kijken waar de behoefte van de klanten liggen. “Forensisch deskundigen moeten die behoeften en prioriteiten koppelen aan nieuwe wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen die veel potentie hebben voor forensische labs.”