Snel op locatie drugs en geneesmiddelen testen. Het is een van de ‘snufjes’ die het NFI samen met de politie ontwikkelde. Aan handige tools op de plaats delict is veel behoefte, weet Sander Ernst, adviseur bij het Expertisecentrum Forensische Opsporing. Hij was een van de deelnemers aan de Innovatiedag die het NFI onlangs organiseerde.
Wat is u het meest bijgebleven van de Innovatiedag?
“Je zou het niet verwachten, maar in de ruimtevaart kan innovatie heel simpel en praktisch zijn. André Kuipers vertelde dat de commandant van de Sojoezraket, onderweg naar het ruimtestation ISS, gewoon een stokje aan zijn vinger bond om beter bij een bepaald knopje te kunnen. Geen hypermoderne 'state-of-the-art' oplossing, wel doeltreffend. Ik vond zijn verhaal om meer redenen memorabel. Zijn ruimtemissie kende zo’n gigantische voorbereiding, samen met mensen uit verschillende landen met verschillende achtergronden. Een mooi voorbeeld van technische en sociale innovatie. Zo zie je: als je een gezamenlijk doel hebt, kun je een heel eind komen.”
Dat geldt ook voor innovatie op forensisch gebied. Wat doen het NFI en de politie nu samen?
“Het co-creatietraject loopt al enige tijd. Een voorbeeld hiervan is het NFiDENT-project. Hiermee kan de politie zelf op de plaats delict snel veelvoorkomende drugs-, genees- en versnijdingsmiddelen testen. Doel is dat de resultaten van deze tests als bewijs kunnen dienen in de rechtszaal. Los van de nieuwe techniek levert de test minder logistieke en administratieve lasten op. Het NFI heeft dus goed geluisterd naar de wensen in de keten. Zo komt een product, dat eerder door het NFI werd geleverd, nu door deze innovatie bij de politie terecht.”
Aan welke innovaties heeft de politie behoefte?
“We zijn druk bezig om onze behoefte in kaart te brengen. Dat is nog niet afgerond. Op hoofdlijnen draait het vooral om methoden en technieken op de plaats delict. Manieren om ons dagelijks werk sneller en efficiënter uit te voeren, sporen veilig te stellen, gegevens te interpreteren. Maar ook op het gebied van kwaliteitsmanagement, informatietechnologie en visualisatietechnieken zijn er wensen. Onze behoefte aan innovatie is zeer divers.”
Het NFI wil nog meer rekening gaan houden met de wensen van de klant. Is dat nodig?
“Ja, dat is heel belangrijk. De afgelopen jaren is er een verschuiving gaande naar een veel intensievere samenwerking, er is veel meer contact. Vroeger bedacht het NFI iets nieuws en keek men daarna of er behoefte aan was. Nu is dat omgedraaid. Ik vind dat een goede ontwikkeling. Het maakt de lijntjes tussen onze organisaties heel kort en daaruit komen weer andere initiatieven voort. Als je elkaar weet te vinden, kun je samen innovaties ontwikkelen die er echt toe doen.”