Tekst Ruben Murk
Criminelen dumpen steeds vaker drugsafval. Het gaat regelmatig om grote partijen, soms tientallen vaten met daarin duizenden liters giftige en verboden stoffen. En die chemische stoffen kunnen een gevaar vormen voor natuur en bevolking.
Deskundigen van het NFI kunnen als het moet razendsnel zeggen wat de samenstelling van het afval is. Zo kunnen ze in vrijwel alle gevallen de risico’s in kaart brengen en overheden adviseren of bijvoorbeeld saneren van de grond noodzakelijk is.
Drugsdeskundige Marnix Hoitink van het NFI sprak afgelopen weken op bijeenkomsten met ambtenaren van gemeenten in Noord-Brabant over afvaldumpingen. “Het is niet altijd nodig om een terrein volledig te saneren. Afvalstoffen van drugs die in de bodem zakken, kunnen bijvoorbeeld worden afgebroken door bacteriën’’, legt Hoitink uit. “Soms is het alleen nodig om de bovenlaag van de grond af te graven.’’
Dieptepunt
Afgelopen jaar was een dieptepunt: nog nooit stuitte de politie op zo veel dumpplekken. Het ging om 150 locaties, meer dan twee keer zo veel dan in 2012 toen nog 69 keer gedumpt drugsafval werd gevonden.
Nederland lijkt daamee een steeds grotere producent van drugs als xtc en speed te worden. “Criminelen kunnen steeds meer drugs produceren in steeds kleinere laboratoria. Per vierkante meter produceren ze meer drugs”, stelt Hoitink. “Daardoor heb je meer afval, dus meer vervuiling en meer opruimkosten voor de eigenaar van de grond.” In geval van dumpingen zijn dat vaak overheden als provincies of gemeenten.
Gevaar in beeld
In het kat- en muisspel met de politie grijpen de criminelen steeds naar nieuwe grondstoffen, die allemaal andere veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Lange tijd was apaan een belangrijke grondstof. Inmiddels blijken ook andere stoffen te worden gebruikt voor de productie van speed. Die verdringen apaan mogelijk als belangrijkste grondstof. “Dat heeft gevolgen voor de samenstelling van het drugsafval en bij dumping dus voor mens en milieu.”
De expertise van het NFI inroepen kan overheden – naast gemeenten bijvoorbeeld ook provincies of waterschappen – een flinke besparing opleveren. Want een grote sanering loopt al snel in de (tien-)duizenden euro’s, terwijl die uitgave misschien niet in alle gevallen noodzakelijk is.